Etappe | Km | Totaal km |
Pieterburen - Winsum | 11 | 11 |
Winsum - Groningen | 18 | 29 |
Zuidlaren - Groningen | 20 | 49 |
Zuidlaren - Rolde | 16 | 65 |
Rolde - Schoonloo | 19 | 84 |
Schoonloo - Schoonoord | 10 | 94 |
Schoonoord - Sleen | 12 | 106 |
Sleen - Coevorden | 19 | 125 |
Coevorden - Hardenberg | 20 | 145 |
Hardenberg - Ommen | 22 | 167 |
Ommen - Hellendoorn | 17 | 184 |
Hellendoorn - Nijverdal | 8 | 192 |
Nijverdal - Holten | 11 | 203 |
Holten - Laren | 15 | 218 |
Laren - Vorden | 14 | 232 |
Vorden - Zelhem | 18 | 250 |
Zelhem - Doetinchem | 8 | 258 |
Doetinchem - Hoch Elten | 19 | 277 |
Hoch Elten - Millingen | 13 | 290 |
Millingen - Groesbeek | 20 | 310 |
Groesbeek - Afferden | 25 | 335 |
Afferden - Wanssum | 18 | 353 |
Wanssum - Grubbenvorst | 20 | 373 |
Grubbenvorst - Tegelen | 14 | 387 |
Tegelen - Swalmen | 18 | 405 |
Swalmen - St.Odiliënberg | 17 | 422 |
St.Odiliënberg - Susteren | 21 | 443 |
Susteren - Spaubeek | 20 | 463 |
Spaubeek - St. Pietersberg | 25 | 488 |
De enige die ik Zuid-Noord gelopen heb. Waar 't idee vandaan kwam weet ik niet meer, wel dat het ver was: vreselijk zere voeten. Wat me vooral verbaasde was de landelijkheid van het stuk in Haren: huizen aan zandpaden net buiten Groningen. In de buurt van het Postiljonmotel in Haren lag een dood kalf in de wei met een volkomen in paniek zijnde moederkoe erbij: een rotgezicht! Bij de Sassenhein 1 enorme plensbui.
Weet ik niet veel meer van, alleen dat het 's nachts op de camping vroor maar dat mijn nieuwe slaapzak heerlijk warm was.
Vier dagen wandelen ter onderbreking van de promotiestress. Mooi weer, de laatste dag zelfs snoeiheet. Na 1 dag al enorme blaren dus de rest werd een beetje een bedevaartstocht. Enorm genoten van al het bos en de rust. In Schoonoord op een camping met puberale padvinders gestaan, in Sleen "bij de boer" met een paar kleine stadse jochies die de volgende ochtend persé mijn rugzak naar de weg wilden dragen. Voor het eerst met mijn héééle kleine tentje, dat levert veel aanspraak op, vooral van kinderen. In Coevorden een op z'n rug liggend schaap gered. Ten noorden van Noord-Sleen soep gemaakt bij een hunebed.
Een enorme gietbui net buiten Lemele was er de oorzaak van dat we 1½ uur in een hooischuur hebben gezeten. Verder een fantastisch mooie etappe, wel zwaar met alle bergen, maar de vergezichten maken heel veel goed. Overnacht op camping "Kennedypark" waar ik tijdens een fietstocht in 1990 ook al had gekampeerd.
Met de nieuwe auto & de nieuwe brander naar Hardenberg en dan met de trein naar Coevorden. Geen bijzondere etappe: ik houd meer van bos & hei. Bovendien was de grote weg naar Coevorden/Emmen steeds dichtbij. Camping "De Zandstuve" is geweldig: mooie, grote, groene plaatsen, een superschoon toiletgebouw. Dit is luxekamperen: alles in de auto gegooid, dus dekbed mee, kussen mee, lamp mee. En niet met zo'n grote rugzak lopen.
Vandaag een mooie, afwisselende maar lange etappe gelopen in perfect wandelweer: zon, ±23°C en een verkoelend oostenwindje. Eerst een stuk door Hardenberg, toen naar Rheeze en daarna door het bos naar Ommen. Het is bramentijd, dus geen honger geleden. Overijsselse koeien zijn minder bang dan Drentse koeien (vgl. koe-onderzoek). Het was wel ver: 10.45 begonnen, met veel moeite de trein van 17.30 gehaald. Geen puf meer om te koken dus naar de Hardenbergse chinees geweest.
50 jaar bevrijding, dus een lang weekend en hoe dat beter te vieren dan met een fikse voettocht door vrij Nederland? Al vroeg vertrokken, de tent op camping "De Holterberg" en met de trein via Wierden naar Nijverdal. Het was al met al nog zeker 3 km naar het beginpunt van vandaag: kaart 37, paddestoel 20140. Een prachtige wandeling door bos & hei, over de Sallandse Heuvelrug. Alle bomen volop in't jonge groen, 25°C. Veel ATB-ers onderweg. Er is hier van alles te doen vanwege 5 mei en de Canadese veteranen zijn in grote getale aanwezig. Een gedeelte van de route is een deel van de dag afgezet wegens een massale herdenking op de Canadese oorlogsbegraafplaats vlak bij de camping (6000 man + Pieter van Vollenhove). Tegen half 5 daal ik de Holterenk af, recht op het pittoreske stationnetje van Holten af. Eerst nog wel even aanstekers kopen en dan lekker naar de tent. Met dit weer kun je blijven drinken. Toen ik vanmiddag lunchpauze had kwamen er 2 vrouwen langswandelen: ook Pieterpad. Toen ze doorliepen bleek 1 van de 2 een onderbeenprothese te hebben. En dan zit ik te zeuren over een ontstoken voet!
Gisteravond de dodenherdenking bijgewoond op de Canadese begraafplaats: indrukwekkend en ontroerend. Vanochtend een vriend in Laren opgepikt, met de auto naar Holten en vanaf de camping gaan lopen. Een mooie, warme etappe door een landschap dat totaal verschilt van gisteren, maar z'n eigen charmes heeft: boerderijen, velden, houtwallen. De brem bloeit en dat is vroeg volgens mij. Bij de Schipbeek in de schaduw van de beuken sinaasappelsap zitten drinken. Kasteel Verwolde ligt op een prachtig landgoed met boerderijen. Mijn vriend constateert dat etende koeien raar klinken. Voor Laren komen we bij een boerderij met een "zuivelterras": voor f1,- een glas koude melk zo uit de tank. 2 p.p. dus. In Laren aangekomen is de optocht net afgelopen, maar het feest nog in volle gang. Na wat gedronken te hebben rijden we naar de camping, douchen en gaan in Nijverdal langs de grote weg met veel keep-them-rolling verkeer Grieks eten. Teruggereden via wat kleine plaatsjes en mijn vriend door naar Arnhem.
Eerst met de auto naar Vorden en vervolgens met 2 treinen en 1 bus naar Laren. Brood gekocht, wat gaan drinken en om 12 uur gaan lopen. In de zon is het snikheet, in de bossen beginnen de bomen steeds lekkerder te ruiken. Weinig last van mijn hooikoorts ondanks hooiende boeren. Net voorbij de Berkel en boerderij Bruggink staat mij in een grasveld een ree aan te staren. Heel voorzichtig het fototoestel gepakt en klik! Net voor het Enzerinck zijn ze aan het klootschieten: veel lawaai en hilariteit. Bij het Enzerinck op de rand van het gazon de waterfles aangesproken en lekker in het windje uitgerust. Vervolgens door naar Vorden. Mijn korte broek is letterlijk stukgelopen, dus die hoeft niet meer gewassen. Bij de Pieterpadwijzer rechtsomkeert en met de auto naar Amsterdam terug. De 1e 200 km zitten erop!
De eerste niet meer zo warme dag na een schitterende zomer. Samen met een vriend van Vorden naar Zelhem in iets meer dan vier uur. Veel lopen praten, dus niet heel erg op het landschap gelet. Een vrij onopvallende etappe, beetje bos, veel velden met hoge maïs wat het uitzicht nogal belemmert. Vanuit Zelhem met de bus naar Doetinchem en met de auto terug naar Arnhem.
De dag na een trouwerij in Arnhem. Een goede gelegenheid om de rook en opwinding van gisteren weg te lopen. Bij het station een gelukje: de bus naar Zelhem blijkt op de "vroege" (11.05 uur) zondagochtend een belbus te zijn, maar als ik net bij de halte sta komt er een oude mevrouw aanlopen, die de bus gebeld heeft. Ik kan dus op de bonnefooi mee.
In Zelhem start ik met warme chocolademelk bij het café waar we vorig jaar augustus gestopt zijn. Het is maar een relatief klein stukje naar Doetinchem. Het is het eerste aarzelende begin van de lente na een hele koude en lange winter. Overal fluiten de vogels, maar bomen en struiken zijn nog kaal, zelfs geen groene waas over de takken. De tocht gaat tot de rand van Doetinchem over akkerland. Pas de laatste paar honderd meter voor Doetinchem is duidelijk dat je een stad nadert en dan nog voornamelijk door de voetbalvelden. Na drie kilometer door Doetinchem (weinig spectaculair) ben ik na twee uur lopen terug bij mijn auto.
Samen met een vriend 19 km wandelen van Doetinchem naar Hoch Elten. Er is zonnig weer voorspeld, maar dat valt behoorlijk tegen. We lopen al snel Doetinchem uit over een rustige asfaltweg met wat boerderijen. De plaatselijke jeugd heeft een aardig tijdverdrijf ontdekt: je vraagt al die gekke wandelaars om een handtekening, waar ze vandaan komen en eventueel ook nog de leeftijd. Na drie van zulke stops kunnen we weer ongestoord verder. Na een kilometer of 5 zijn we bij de recreatieplas "Stroombroek", waar we aan het water wat uitrusten onder het genot van water en notenbrood.
Vanaf Stroombroek gaan we echt de vrije natuur in. Het is gedaan met het asfalt en het geluid van de autowegen: Het Bergher Bos is ons deel. Het Bergher Bos is een natuurgebied gelegen op de stuwwal van Montferland. We klimmen van 20 meter naar 80 meter en lopen vervolgens al stijgend en dalend door een prachtig, nog kaal bos met prachtige oude beuken, spechten, mezen en vinken. Er zijn veel Pieterpadlopers op weg in dit paasweekeinde; op een gegeven moment lopen we zelfs met een stuk of 9 wandelaars pal achter elkaar. Het bos gaat maar door: een prachtige etappe. We lopen behoorlijk snel, bijna 5 km per uur, ondanks de hoogteverschillen. Ieder uur houden we een minuut of 5 pauze voor wat eten en drinken.
Na zo'n 16 km komen we aan het eind van de stuwwal van Montferland en dalen we door een soort heidegebied af naar de snelweg Arnhem-Oberhausen, de grens tussen Nederland en Duitsland. Het laatste stuk van de etappe is Duits met Duitse velden (groener dan in Nederland), een Duitse boerderij en, na alweer een klim, een echt Duits Waldhotel in Hoch Elten, waar we op het terras met een prachtig uitzicht over de Rijnvallei genieten van een welverdiend drankje. Inmiddels is zelfs de zon doorgekomen.
We bekijken nog even het kerkhof (Nederlandse achternamen, Duitse voornamen), de kerk en de toegang tot de Drususput (gesloten) en gaan dan met de auto terug naar Doetinchem. Onderweg pikken we twee lifters op die ook een stuk Pieterpad gelopen hebben en zetten die af bij het station.
Een lang koninginnedag-weekend in combinatie met een redelijke weersvoorspelling deden mij besluiten 4 dagen te gaan wandelen. Vandaag een schitterende, afwisselende etappe gelopen. 's Morgens vroeg met een volgeladen auto naar Groesbeek gereden. Daar de auto achtergelaten en met 2 bussen in een uur naar Millingen aan de Rijn. Er zitten nog een stuk of 10 "Pieterpadders" in de bus: er zijn meer mensen op het idee gekomen.
Vanuit Millingen loop ik over een lange, rechte weg door de velden. Overal bloeit de bloesem: wit, geel, roze en verder is er het lichtgroen van pas ontloken blad. Na een uurtje toch maar de lange broek voor de korte broek verruild, want het begint knap warm te worden. Het eerste dorp op weg naar Groesbeek is Leuth, waar ik krentenbollen koop en de verkoopster tracht uit te leggen wat de lol is van alleen wandelen. Verder nog een blikje drinken ingeslagen, want het is dorstig weer.
Op naar Zyfflich: een dorp op een verhoging (oude oeverwal van de Rijn) net over de Duitse grens. De omgeving is schitterend: groen en rustig. Pal voor Zyfflich loopt er opeens een ooievaar over een akker te stappen, toch niet bepaald een alledaags gezicht. Even verderop ontwaar ik het nest met Mevrouw Ooievaar. Op het dorpsplein van Zyfflich drink ik mijn blikje op. De straten zijn uitgestorven, maar vanuit een boerenschuur klinkt de repetitie van de plaatselijke fanfare.
Via het Wyler meer bereik ik Nederland en bots tegen de stuwwal van Nijmegen/Berg en Dal op. Hier realiseer je je pas ten volle wat een gigantische natuurkrachten hier aan het werk zijn geweest. Eerst de gletsjers van de ijstijden die de hele boel tot 70 meter opgeduwd hebben en vervolgens de Rijn die daar dan weer een gat in heeft moeten slijten. Het landschap verandert op slag: het ene moment loop je door een stroomdal (gras, akkers, vlak), het volgende moment over een stuwwal (bos, akkertjes, geaccidenteerd). Het landschap is on-Nederlands met vergezichten en dorpen "in de diepte". Overal in het bos ritselt het; tijdens een drinkpauze zie ik de reden: muizen. Verder nog een paar spechten en pal voor Groesbeek 2 nieuwsgierige koeien. Groesbeek is een prachtig dorp met grote huizen op heuvels. Om 17.15 ben ik terug bij de auto en ga ik op weg naar de camping in Afferden.
Gisteren kwam ik erachter dat ik me verrekend had: Groesbeek-Afferden is geen 20 maar 25 km lopen. Gezien de afstand met de auto vreesde ik al zoiets... Ik heb nog nooit 25 km gewandeld, maar eens moet de eerste keer zijn en ik heb de laatste paar maanden een uitstekende wandelconditie opgedaan, dus het is nu of nooit. Om 10.15 neem ik de eerste bus naar Nijmegen, alwaar ik precies de bus naar Groesbeek zie wegrijden. Een half uur later kan ik alsnog mee en zo sta ik precies om 12 uur bij de R.K. kerk te Groesbeek. Het eerste stuk naar de St. Jansberg is mooi, maar niet spectaculair een afwisseling van bos en (asperge)velden. De St.Jansberg is prachtig: bos met diepe dalen, vergezichten en (restanten van) gletsjermeertjes. Er schijnen hier flink wat dassen te zitten, maar ik kom niet verder dan wat vlaamse gaaien.
Achter de St.Jansberg ligt het vlakke land, want dit is de meest zuidelijke stuwwal. Nog 2 km loop ik over de grens met Duitsland aan de voet van de stuwwal, maar dan is het echt gedaan met de pret. De rest van de weg naar Gennep is lang, recht en vrij saai. Net voor Gennep komt er een oudere man op een fiets langsrijden: "Goeiemiddag collega!" "???" Blijkt iemand te zijn die zich bemoeit met het wel en wee van het Pieterpad. Vandaag is hij al 60 wandelaars tegengekomen en hij schat dat er op jaarbasis zo'n 5500 mensen het Pieterpad lopen. Hij heeft overal omaatjes geregeld, die achter de gordijnen zitten te loeren en turven hoeveel wandelaars er passeren.
Gennep is het eindstation van etappe 18, maar ik mag/moet nog 10 km door. Er volgen nog 2 mooie stukken tot Afferden. Eerst de Groene Streep, een kronkelende landweg dwars door felgroene velden en meteen daarna Het Quin, een oerlandschap met heuvels, hei en vennen. Er lopen grote koeien die het gras weg moeten vreten zodat de hei behouden blijft. Het lopen wordt moeizamer, maar meer door gebrek aan slaap dan doordat de voeten niet meer willen, geen centje pijn wat dat betreft.
Om 18.20 ben ik terug bij de auto. De camping blijkt leeg te stromen. Mooi. Ik douche en ga dan in het dorp wat eten. Mijn dagboek werk ik bij aan de oevers van de Maas, ondergaande zon erbij, luchtballon in de verte: perfect.
Het is vandaag een stuk frisser (15°C), maar de zon schijnt nog steeds tussen de wolken door. Om even over half 10 ben ik bij de bakker, waar ik een halfje nog warm volkoren koop. Ik maak in de auto 6 boterhammen klaar (dat moet tezamen met een appel en 2 mandarijnen voldoende zijn) en dan begin ik aan de tocht naar Wanssum.
Met het veer vaar ik voor de vooroorlogse prijs van 2 kwartjes de Maas over naar de provincie Noord-Brabant. De eerste 4 kilometer zijn boven verwachting mooi. Totaal geen bebouwing, kleine weilanden met houtwallen, kwinkelerende leeuweriken, en dit alles overgoten met veel zon. Ik kom een camper tegen en maak een praatje met de eigenaars, echte natuurliefhebbers. Er schijnen hier veel dassen te zitten. Een stukje verderop vind ik een pluk grijs, wit, zwart haar dat ik voor het gemak maar als dassenhaar bestempel.
Het stuk van Vierlingsbeek tot even voorbij Smakt (wie verzint er zo'n naam?) is niet veel bijzonders. Het "drukke pelgrimsoord" de St.-Josefkapel ligt er verlaten bij. Langs de spoorbaan zittend eet ik 3 boterhammen en een mandarijn, tezamen met ruim een halve liter melk van een langsrijdende SRV kar.
Al spoedig duikt het pad de bossen in: eerst de Boschhuizer Bergen, dan het landgoed Geysteren en tot slot de Geysterenderheide. Het mooiste punt is de Willibrorduskapel: een kapel midden in het bos, op een kruising van wegen, niemand in het zicht, de zon schijnt op het leien dak, de muren zijn bekrast met de initialen van honderden bedevaartgangers.
Om 3 uur ben ik in Wanssum. Volgens de mevrouw van de reisinformatie gaat de laatste bus naar Well om 17.25. Ze had er niet bij gezegd dat dat ook de eerste bus was. Dus loop ik als bonus 3 km langs een snelweg en over de brug over de Maas naar Well. Om 4 uur heb ik daar de bus terug naar Afferden.
Ik breek vroeg op en ga op weg naar Grubbenvorst. Voor een knaak word je hier met auto en al de Maas overgezet. Vervolgens rijd ik door een paar kleine, inmiddels zonovergoten dorpjes naar Grubbenvorst, waar ik in de Grubbenvorster variant van de Vrijmarkt beland. Een half uurtje later (9.46) vertrekt de bus naar Wanssum.
Het is een afwisselende etappe. Eerst langs sportvelden met oud-Hollandse kinderspelen (het is tenslotte koninginnedag), dan door een bos-met-speurtocht (idem) en dan door de velden via Meerlo naar Swolgen. Het zou een koude dag zijn, maar de zon schijnt en er is geen wind, dus eigenlijk is het best warm.
Direct buiten Swolgen begint een afwisselend landschap met bos, hei en een dode rivierarm van de Maas ("Het Schuitwater"). Pal daarna kom ik bij een klein kapelletje, dat in 1948 ter ere van het Heilige Hart van Jezus is opgericht, omdat de hele dorpsbevolking ongeschonden de oorlog door was gekomen. Het laatste stuk naar Grubbenvorst gaat door de velden. Terug in Grubbenvorst eet ik op het plein een welverdiend ijsje en ga dan op weg naar huis.
Samen met een vriend 2 dagen wandelen in Midden-Limburg. 's Morgens rijden we naar Tegelen en zetten de auto bij het station. Met de boemel van elf uur rijden we in 6 minuten naar Venlo. Daar wachten we, onder het genot van chocolademelk en aardbeienvlaai, op de bus naar Grubbenvorst. Om even twaalven staan we op het dorpsplein. We doen een bakker en een supermarkt (voor melk) aan en gaan dan op pad.
We lopen naar de Maas en zien onderweg een paal waarop aangegeven staat hoe hoog het water in 1993 en 1995 stond. We steken met het pontje de rivier over (weer 2 kwartjes per persoon armer) en lopen dan richting Venlo. Het is ideaal wandelweer: zonnetje, maar niet te warm (21°C) en een lekker verkoelend windje in de rug. Rechts stroomt de Maas, overal staat het maïs halfhoog tot we bij een gebied met kassen, rozen en een enorme champignonkwekerij komen. Ook nu zijn er onderweg weer kapelletjes, die nog steeds gebruikt worden.
Vlak voor we de stad in gaan moeten we over een zandpad langs de Maas, maar door de recente dijkverzwaringen (Deltaplan Grote Rivieren) rest er nog slechts een blarentrekkend schuin geitepaadje. In het centrum van Venlo drinken we wat en gaan dan op weg naar Tegelen. Het eerste stuk voert langs een drukke weg, maar al snel wordt het steeds rustiger. We zien een muisje dat rustig op de weg blijft zitten (lichamelijk of geestelijk niet in orde, volgens mijn metgezel) en lopen langs een zandafgraving en door het bos naar Tegelen. Vanaf de route is het nog een behoorlijk eind terug naar het station.
Om kwart over 8 is alles ingepakt en vertrekken we richting Swalmen. We kopen een halfje grof volkoren en twee minivlaaitjes en gaan dan op zoek naar het station. Om kwart voor 9 zitten we op een bankje bij het verlaten station: koelbox tussen ons in, melk, sinaasappelsap, brood, vlaai, zonnetje, kortom: VAKANTIE!
Om kwart voor 10 vertrekt de trein naar Tegelen, we lopen naar de route en beginnen om bij half 11 aan de etappe naar Swalmen. Het is een schitterend stuk. We lopen in het Duits-Nederlandse grensgebied over het hoge grindterras dat hier 2 miljoen jaar geleden door de Rijn is neergelegd. De tocht voert voornamelijk door bos en dat is zeer welkom, want het zonnetje brandt er flink op los. We lopen letterlijk over de rand van Nederland (of Duitsland): een paar kilometer lang lopen we langs een 20 meter diepe afgrond, die de grens vormt tussen Nederland en Duitsland.
Bij Witte Steen drinken we wat op het terras van café "De Grens". Naast het café is een klein winkeltje waar Duitsers koffie, chocolade en sigaretten kunnen kopen, die aan de Nederlandse kant veel goedkoper zijn dan in Duitsland.
Het volgende stuk gaat door het Brachterwald: een schitterend natuurgebied, maar de paden zijn wel erg lang, Duits recht (Ordnung muß sein). Het is wel heel afwissend met dennen en eiken en hoogteverschillen. We hebben er fiks de pas in: we lopen ongeveer 5 kilometer per uur, zonder het gevoel te hebben dat we aan het racen zijn. Twee kilometer voor Swalmen lopen we Nederland weer in, via twee slagbomen: de Duitse is gebroken, de Nederlandse staat uitnodigend open.
Net voor Swalmen kruisen we het riviertje de Swalm, waar we staan te kijken waar 2 honden vechten om een stuk en tenslotte de derde er met de stok (plus nog een extra boomstam) vandoor gaat. In Swalmen lopen we naar de auto. Als we de deuren 5 minuten open hebben gehad is de temperatuur tot onder de 50 graden gedaald en kunnen we op weg.
Vroeg op. Om kwart voor 8 zit ik in de auto en om 9.50 ben ik in Sint Odiliënberg. Om 10.16 gaat er een bus naar Roermond, dus ik heb nog genoeg tijd om een fotootje van de Roer te maken.
Om kwart voor 11 sta ik in Swalmen, loop naar de route en dan is het óp naar Sint Odiliënberg. Er zitten een paar mooie stukjes in de etappe, zoals het bos naar Boukoul (spreek uit "Boekoel"), een klein kapelletje, het centrum van Roermond en het dal van de Roer vlak voor Sint Odiliënberg, maar verder is het niet echt bijzonder: te veel wandelen op te grote wegen. Een echte verbindingsetappe dus. In Roermond bekijk ik de Munsterkerk en nuttig op een terrasje, onder het genot van het getoeter van een seniorenkapel, cola en vlaai.
Terug in Sint Odiliënberg neem ik de auto naar Susteren. Tegenover recreatiepark Hommelheide zit een kleine Stichting Vrij Recreëren (SVR) camping. Het is er heerlijk rustig, de camping is heel eenvoudig maar het water is warm en de w.c. is schoon en meer heb ik niet nodig.
Na een heerlijke nacht slapen ben ik om 7 uur klaar wakker. De trein gaat pas om bij half 10, dus ik kan héél rustig aan doen. Bij het ontbijt een gekookt eitje ("Scharreleieren 25 cent, wij vertrouwen op uw eerlijkheid" met een jampotje met kwartjes ernaast), beetje lezen, beetje rondscharrelen en kijken naar twee overvliegende luchtballons. Om 9 uur ga ik naar het station en neem de trein naar Roermond. Ik moet 25 minuten in het zonnetje wachten op de bus naar Sint Odiliënberg.
Zo begin ik om half 11 aan de lange etappe (21 km) "terug" naar Susteren. Het is fantastisch weer: voornamelijk zon, beetje wind en begin de 20 graden. Ook de etappe werkt mee: voornamelijk mooie stukken bos, afgewisseld met velden. Bovendien beginnen de bramen rijp te worden en dat is een welkome aanvulling op de boterhammen met hazelnootpasta. Verder scoor ik in Slek een ijsje, dat ik onder het "genot" van Tiroler hoempapamuziek opeet: v.v. Slekkense Boys bestaat 20 jaar en dat willen ze weten ook.
Tussen Slek en Susteren loopt het pad langs links een veld spruiten en rechts een beek: geen uitwijk mogelijk. Een boer heeft zijn sproei-installatie zo neergezet dat je er niet droog langs kan komen, maar dankzij een sprintje blijft het bij een verfrissende neveldouche. Op een bankje net buiten Susteren krijg ik een stroopwafel van een kwartet bejaarde fietsters, die mij maar eenzaam -dus zielig- vinden. Bij vijven ben ik terug bij de auto, kan nog net een tube tandpasta kopen in de kampwinkel van "Hommelheide" en ga dan heerlijk luieren bij de tent.
Douchen, ontbijten en inpakken in iets meer dan een uur en dan op naar het station, waar ik de route weer oppak. Het eerste deel tot Sittard voert door graan- en maïsvelden, dan een stukje bos en vervolgens weer velden. Onderweg is een boer aan het beregenen wat een prachtige regenboog oplevert. In Limbricht kijk ik wat rond bij het kasteel en het kerkje en loop dan door naar Sittard. In het centrum vind ik met enige moeite een bakker voor 3 krentenbollen en 1 kruisbessenvlaaitje ("Inpakken?" "Nee hoor, ik eet 'm zo wel op") en een frisdrankautomaat voor twee blikjes.
Nu begint de weg serieus te stijgen: het begin van Zuid-Limburg. Gelukkig ligt het stijgende deel grotendeels in het bos met meerder staties ("voetvallen" opgericht in het jubeljaar 1925) uit het leven van Jezus als bonus. Boven op de Kollenberg is het wel zonnig, maar er staat een stevige, frisse bries die het heel aangenaam maakt. Als om 12 uur de sirenes beginnen te loeien (eerste maandag van de maand) ga ik lekker in het gras liggen te genieten van het weer, het uitzicht, de krentenbollen en de fanta. Twaalf uur en al 12 kilometer gelopen, wat een luxe.
Via de Paulusstichting en het gehucht Windraak (inderdaad, boven op een berg) kom ik bij de Wanenberg, een natuurgebied waar het pad smal wordt, slingert, stijgt en daalt door het bos, schitterend mooi. Even door Puth heen en dan afdalen tot Spaubeek. Onderweg stop ik nog een keer en maak een praatje met een oudere man die op weg is van Utrecht naar de Pyreneeën, die hij in oktober hoopt te bereiken. Zo heeft een ieder zijn eigen doelen in het leven ....
Nog een half uurtje lopen, dan een half uurtje lui op de trein wachten en dan in 23 minuten terug naar Susteren en met de auto terug naar huis.
Eindelijk kom ik dan toe aan de eerste etappe van het Pieterpad. Ik ben een weekendje in Groningen op bezoek, dus met de trein, bus en lijntaxi in een uurtje naar Pieterburen en vandaar in iets meer dan 2 uur naar Winsum. Het is een mooie etappe, al loop ik wel uitsluitend over asfaltwegen, wat zorgt voor brandende voetzolen.
In Pieterburen koop ik een blikje drinken en 4 krentenbollen en vervolgens gaat het over een lange rechte weg eerst naar Eenrum. Halverwege maakt het pad een bochtje bij een boerderij en loop je door een prachtig soort parkje met eeuwenoude bomen. Daarna langs heel veel aardappelvelden door naar Eenrum. Volgens de gids loopt de weg het laatste stukje voor Eenrum door de akkers, maar inmiddels is Staatsbosbeheer bezig om hier het Eenrumer Bos, een groot woord voor een verzameling jonge boompjes, aan te leggen.
Eenrum blijkt een prachtig wierdedorpje te zijn met boven op de wierde een prachtige dertiende eeuwse kerk. Klokslag 12 uur ga ik op een muurtje bij de kerk zitten genieten van mijn ijsthee en krentenbollen. Vervolgens loop ik door naar Mensingeweer en vandaar naar Winsum. Normaal loopt het fietspad hier parallel met de provinciale weg Groningen-Zoutkamp, maar net dit stuk is helemaal opgebroken en afgesloten, dus het is zalig rustig lopen zo zonder langsrazende auto's. Alleen zo af en toe wat kanoërs en een paar fietsers. Het is lekker wandelweer, rond de 20 graden en half bewolkt.
Het laatste stuk gaat recht op Winsum af, wat een mooi dorpsgezicht oplevert met 2 draaiende molens en de kerktoren. Om kwart voor 2 ben ik bij het station en om half 3 ben ik weer terug in Groningen, net op tijd om te schuilen voor een enorm onweer gevolgd door een vreselijke hoosbui.
Een etappe met een aanloopje. Eerst samen met een vriend vanuit Arnhem met de trein naar Doetinchem en vervolgens met de beltaxi naar Beek, waar we vlak bij de route worden afgezet. We lopen de eerste 6 kilometer over bekend terrein, maar het bos is schitterend en de bosbessen zijn al rijp, dus we hebben niet te klagen. Nadat we in Hoch Elten onze boterhammen hebben opgegeten beginnen we aan de eigenlijke etappe die voor vandaag op het programma stond. We dalen door het bos af naar de Gelderse Poort: het dal dat de Rijn geslepen heeft in de stuwwal van Montferland. Eenmaal in het dal is de weg grotendeels vrij saai: asfalt door open landschap en zelfs een stuk over de Rijndijk met vrij veel snelrijdend verkeer, maar ook dat is Nederland. Dieptepunt is Spijk: wat een droefgeestig gat! Heel klein met allemaal van die foute jaren '50 huisjes. Zelfs de supermarkt heeft het foute assortiment.
Als gezegd is het druk op de dijk, maar de zon schijnt wel lekker, dus dat vergoedt iets. Net voor Tolkamer eten we een heerlijke haring en lopen vervolgens door Tolkamer, wat een schattig plaatsje is, en het recreatiegebied de Bijlandse Plas naar de oversteekplaats van het pontje van Millingen.
We krijgen een echt Rijnreisje aangeboden, want de schipper gaat nog iemand ophalen bij een iets verderop gelegen steenfabriek. Om bij half 5 zijn we in Millingen, waar we ons te goed doen aan de Spa rood, alvorens de bus terug naar Nijmegen te nemen.
Wat is de natuur toch luidruchtig! Om 5 uur word ik gewekt door das Lärm der Vögelein. Toch nog maar wat slapen, maar om kwart over 6 ben ik echt klaarwakker. Dan maar drie kwartier lezen. Na een heerlijke warme douche en een pakje sultanas bij wijze van ontbijt vertrek ik om kwart voor 8 richting Maastricht. Ik zet mijn auto aan de Mergelweg en ga dan met de bus naar het station. Een treinkaartje, een broodje en een appelsientje later stap ik in de stoptrein. Bij vertrek valt één van de deuren uit elkaar, maar we zijn nog net op het station dus dan maar overgestapt op de intercity naar Sittard. In Sittard (volgens mij het langste station van Nederland) moet ik 200 meter lopen naar de stoptrein naar Heerlen die vanaf hetzelfde perron vertrekt.
En zo sta ik om even voor tienen in Spaubeek. Eerst haal ik 5 krentenbollen en een abrikozenslof bij de plaatselijke hele fijne bakker. Alles gaat hier lang-zaam dus je moet wel onthaasten. En dan kan ik serieus op weg. Ik begin meteen met een klim, maar zo vlak na een wandelweek in het Lake District is dit kinderspel. Boven staat een bord met de mededeling dat het 30 km is naar Maastricht: oeps! (Het blijkt gelukkig niet te kloppen). Boven op het plateau is het warm, zonnig en vrij saai: eindeloos graan en maïs, zo af en toe laagstamappelbomen. Na wat geklooi om mijn schoenen goed te krijgen heb ik de pas er lekker in. Bij Schimmert staat een raar huis: vies, vervallen, heel veel blaffende honden, er zit iemand in een auto met een plastic zak als achterruit en tot overmaat van ramp hebben ze de weg afgezet met rood/wit tape en een verboden doorgang bord. Gelukkig kom ik net een jongen en een meisje tegen die er ook langs moeten, dus gedrieën duiken we onder het tape door. Ik denk dat het een drugdealerspand is, zeker gezien de plastic hasjzakjes en injectienaalden die ik al op de weg gevonden had.
Na het plateau daal ik door het Ravensbos af naar het dal van de Geul. Een prachtig loofbos met vijvers die uit de tijd van de Romeinen schijnen te stammen. Even voorbij Strabeek (11 km gelopen) kruis ik de Geul, drink een colaatje op een terras en loop dan monter door: eerst naar Berg, dan naar Terblijt. Vlak voor Bemelen maakt het pad een scherpe bocht en kijk ik opeens naar een rotswand vol grotten: de Bemelerberg. Prachtige lila bloemen ook. Na een korte drink- en leespauze gaat de tocht weer verder.
Even over drieën loop ik noordoost Maastricht in. Over een eindeloze weg beland ik bij het station en vanaf daar door een drukke winkelstraat (slenteren valt niet mee als je net 20 km stevig doorgewandeld hebt) en de St. Servaasbrug in het centrum. Na een ijsje in het park beklauter ik de Pietersberg (zie de Andersom site voor mooie foto's en gedichten). Bij het eind van het Pieterpad staat een fout monument van de caravanvereniging gegeven aan Natuurmonumenten met dank aan de sponsors: bah!
Ik daal af naar de Mergelweg en beland al vrij snel weer bij mijn auto.
Vandaag is een feestelijke dag: de laatste etappe van mijn Pieterpad. Het heeft 10 jaar geduurd, maar dan héb je ook wat! Gisteren voor het eerst een wadlooptocht gedaan en vandaag (met lichtelijk gevoelige hielen) samen met een vriendin van Winsum terug naar haar huis in Groningen.
Met de boemel van 10 uur rijden we naar Winsum. Na een sigaretje voor mijn wandelmaatje en een pinautomaat voor mij lopen we Winsum uit. Het is warm weer, maar er staat een straffe wind die het aangenaam houdt. Het eerste stuk buiten Winsum gaat door het weiland, de overige 17 km gaan over asfalt. Na een uurtje zijn we in Garnwerd, waar we bij café Hammingh appeltaart en rivella naar binnen werken en 50 minuten later weer opstappen. Door Garnwerd (wat is dat toch een prachtig plaatsje) en via de weg bereiken we Oostum. Ik ben er vaak doorheen gefietst toen ik in Groningen woonde, maar nooit afgestapt om bij het kerkje te kijken. Nu wel. Een twintigtal graven van een paar families.
Bij de brug van Wierumerschouw eten we een deel van onze broodjes op en dan gaat het verder richting Paddepoel. Na nog een stop en een wandeling door Noord-Groningen staan we eigenlijk al vrij snel in het Noorderplantsoen. Daar strijken we neer op een terrasje en na nog een korte wandeling eten we een bak patat. Om even over vieren zijn we weer terug.
HET IS VOLBRACHT!
Voor reacties (anti-spam: verwijder XX uit adres)