Etappe | Km | Totaal km |
Rumelange - Fontoy | 23 | 23 |
Rombas - Fèves | 17 | 40 |
wordt vervolgd... |
Pinksterweekend en prachtig weer, dus hoog tijd om weer eens een stukje GR5 te lopen. Gisteren ben ik aangekomen op de camping in Metz en heb daar een prachtig plaatsje aan de Moezel gevonden. Na een droomloze nacht word ik om half 8 wakker van mijn GSM-wekker. Aankleden, inpakken en dan, heel Frans, een baguette halen bij de snackbar. Na het eten en brood smeren smeer ik 'm zelf: op naar Fontoy.
Dat gaat voorspoedig en dan kan ik met mijn experiment beginnen: op de fiets naar het beginpunt en dan na het wandelen de fiets weer ophalen met de auto. Alleen heb ik nog geen goede fiets met veel versnellingen, alleen mijn stadsfiets met 3 versnellingen. En dat zal ik weten! Ik trek de meeste hellingen wel in z'n 1, heb geluk met een hele steile 10% helling naar beneden, maar pal na Volmerange-les- Mines duikt er een enorme puist op. Ik ben een uur onderweg, dus eerst maar eens pauze en dan met veel gevloek, gestoemp en regelmatig rusten de helling op. En boven wacht weer een steile afdaling, en dan straks zeker weer omhoog, ik dacht het niet... Dus neem ik een verboden weg, want voor vehicules authorisees, maar nood breekt wet en ik vind mezelf behoorlijk authorisee.
Om kwart voor 11 ben ik bij het kruispunt in het bos boven Rumelange waar ik 2 jaar geleden opgehouden ben. Op naar Fontoy! Het eerste stuk loopt lekker: door bos en velden, veel zon erbij, maar ik het bos is het aangenaam koel, al is het er wel modderig. Op internet had ik gelezen over de omleidingen, dus de eerste komt niet als een verrassing: via Moldange en een landweg kom je even voorbij Escherange weer op de route uit.
Daarna klim ik omhoog het bos in, het zijn nogal smalle paadjes door hoog gras en het loopt dus niet echt soepel. Na een pauze onder een boom ga ik weer verder, op weg naar de volgende omleiding. En die is echt niet leuk: ik schat dat het oorspronkelijk nog een half uurtje was naar de snelweg, nu doe ik er 5 kwartier over. Ik zie nog wel een vos en een hert onderweg, maar het weegt toch niet op tegen de blarentrekkende schuine bospaadjes met veel modder. Ik kom ook nog langs het wandelhuis van de Wandelclub Vogezen, maar alles is afgesloten en er is zelfs geen kraantje om je flessen te vullen. En daar zit mijn grootste probleem vandaag: 1½ liter voor ruim een uur fietsen plus meer dan de geplande 20 km lopen is riant te weinig, en omdat ik niet door Rumelange ben gekomen heb ik daar niks te drinken kunnen kopen. Dus moet ik verder op rantsoen en met visioenen van koud water.
Als ik dan eindelijk onder de nieuw aangelegde snelweg door ben gaat het over een rustige maar schaduwloze asfaltweg omhoog tot ik eindelijk het bos op de hellingen boven Algrange in mag. Het bos is donker, dus koel. Dat is nu heerlijk, maar als het regent zal het hier wel mistroostig zijn.
Uiteindelijk beland ik bij een tot Mariagrot omgebouwde mijningang. Er zijn hier heel veel verlaten mijnen van de ijzerwinning. Nu is het grasveld bij de Mariagrot voornamelijk in gebruik als hangplek voor de lokale jeugd, overigens keurig zonder stereo's of zo. Na nog een pauze slof ik door het bos verder. Het beste is er nu wel af en ik moet nog een helling op en daarna een enorme helling af.
En dan sta ik eindelijk om kwart over 5 in Fontoy. Bij de lokale kebab-boer koop ik een halve liter cola en een halve liter sprite en ga die op zitten drinken op de tuinstoel die hij uit puur medelijden voor me buiten heeft gezet. Dan naar de auto, fiets ophalen en in het staartje van de avondspits (het is inmiddels half 7) terug naar de camping.
De douche is veel te warm, dus morgen de emmer mee voor een African bath. Pal naast me (en dan bedoel ik echt met kruisende tentharingen, terwijl dat niet nodig is) is een Frans gezin met kinderen, hond en vrienden komen staan. Ik wil alleen maar uitrusten, veel drinken en beperk mijn avondeten tot het overgebleven stokbrood. Ik zit in de schaduw te SMS-en, mijn dagboek bij te werken en te lezen. Het gezin naast mij wordt er niet bepaald rustiger op, dus om 9 uur trek ik mijn tent los en zet die aan de andere kant van mijn Duitse buren; in 10 minuten later is de klus geklaard. Verderop staat ook nog een grote groep middelbare motorrijders met veel bier, dus vanavond maar de oordoppen in. Dat doe ik dan ook om half 11.
Na een ontbijt van croissant en lauwe sinaasappelsap rij ik door de uitgestorven straten van Metz en zijn voorsteden (zoals het onvergetelijke Woippy, wat nog het meest klinkt als een Teletubbie) naar Fèves, een sluimerend dorpje bovenop een heuvel. Schoenen, rugzak op de bagagedrager en dan mag ik naar beneden zoeven. Hoe anders dan gisteren: voornamelijk heuvelaf en de paar keer omhoog krijg ik al een aardige slinger mee van de vorig afdaling.
Om kwart voor 10 staat de fiets op slot in het centrum van Rombas en ben ik er klaar voor: op naar Fèves! De buitenwijken van Rombas zijn net zo suf als alle buitenwijken, maar binnen het half uur ben ik bij het Parc des Loisiers (ontspanningspark) van Fond Saint-Martin en dat hebben ze hier groots aangepakt, want alle denkbare tijdverdrijven zijn vertegenwoordigd. Er is een voetbalveld, een klimmuur, een visvijver, speeltuin, drankkiosk, hertenkamp en trimbaan. Die laatste volg ik: eerst aan de ene kant van het park, dan aan de andere kant. Vervolgens gaat de route het bos in en afgezien van een meisje met hond is het opeens heel rustig. Na een stevige klimpartij en heel veel zweten sta ik bij de Tour de Drince, maar ik heb de puf niet om ook nog eens de 121 treden op te gaan voor het vermeende mooie uitzicht.
Vervolgens loop ik ruim een uur door het prachtige Bois communale de Pierrevillers met 11e eeuwse grensstenen, zingende vogeltjes, prachtige bomen en helemaal niemand in zicht. Mijn pauze bestaat gewoon uit midden op het pad neerploffen en dan M. bellen om te vragen of ze alsjeblieft mijn balkonplanten water wil geven. Het is in Nederland net zo warm als hier (24°C) en even drukkend.
Aan het eind van het bos kom ik langs een paar grote waterreservoirs: ik had romantische beelden van verkoelende vijvers in mijn hoofd, maar het blijkt een kaalgeslagen stuk bos met 4 enorme schuren te zijn. Uiteindelijk leidt een holle weg me naar Ternel, waar de plaatselijke grutter van 12.30 tot 14.00 siësta houdt. Het is kwart over 1, dus dan maar even buiten Ternel op een bedje van gras neergezegen onder een beuk. Het laatste stuk naar Fèves voert over een mooie maar vooral erg warme landweg. Je loopt hier pal langs de tolweg Straatsburg-Parijs, maar je merkt er nagenoeg niets van.
Om even na half 3 ben ik terug bij de auto. Eerst maar eens alle deuren open en wandelschoenen uit, dan de fiets ophalen in Rombas. Ik doe mijn boodschappen bij een lokale prijsvechter er weer valt het me op dat de dingen hier niet goedkoop zijn. Maar wel kersen, abrikozen en echte Munsterkaas, nog afgezien van het avondeten.
Om 4 uur ben ik terug op de camping. Op alles voorbereid is de douche nu dus gewoon lekker warm, waarna ik met boek, drinken en kersen in de schaduw neerplof. Ik heb heerlijk lang de tijd om te lezen, mijn dagboek bij te werken, asperges met ham te maken met daarbij friet van de snackbar en ook nog een ijsje van de snackbar toe en zo verder. Ik pak alvast wat spullen in, want het weer schijnt te gaan veranderen, dus ik vertrek morgen weer naar huis. Uiteindelijk ga ik om 10 uur de tent in. Er speelt een compleet blaasorkest ergens klassieke muziek, maar dat is minder erg dat de ellende die je soms over je heen krijgt.
Naar de planning van de volgende etappes