FINLAND

Vorig jaar had ik op Internet de site gevonden van Finnbike, dat fietstochten in zuidwest Finland organiseert. Toen was mijn belangstelling al heel serieus, dit jaar (2003) heb ik ook daadwerkelijk geboekt: ik ga 8 dagen islandhoppen rondom Turku.


Dag 1

De bus is keurig op tijd en een kwartier later sta ik om half 7 op Schiphol. Het inchecken gaat erg snel, maar bij de bagagecontrole staat een enorme rij. Het grotendeels lege vliegtuig naar Kopenhagen vertrekt keurig op tijd en dat mag ook wel, want ik heb maar 3 kwartier overstaptijd voor mijn vlucht naar Turku. We vliegen vrijwel direkt de wolken in en het blijft bewolkt tot en met de landing in een regenachtig Kopenhagen. We worden met de bus naar de terminal gebracht en dan is het nog een heel eind lopen naar gate A4.

Ook dit toestelletje vertrekt keurig op tijd, en deze keer zitten er hooguit 10 mensen in. De lunch bestaat net als het ontbijt uit een klef broodje met kaas en vleeswaren plus een bakje sinaasappelsap. Bij het ontbijt was daar nog een bakje yoghurt bij, maar dat maak ik goed door 2 kleine blikjes cola weg te werken. Ondertussen geniet ik van de nieuwste Harry Potter, die ik ondanks afmetingen en gewicht toch maar meegesleept heb. Halverwege de reis komt er abrupt een einde aan de bewolking en vliegen we over de prachtige scherenkust tussen Zweden en Finland op een zonnig Turku aan. De eilanden en -djes liggen er prachtig bij, dat moet een genot worden om over te fietsen.

We landen 10 minuten te vroeg (12.20, het is in Finland 1 uur later) en de bagage, inclusief gelukkig mijn rugzak, komt vrijwel direkt. Na nog geen 10 minuten komt bus 1 ook aanbrommen en kan ik mijn eerste indrukken van Finland opdoen: groen met bruin, hoge naaldbomen, lage berkjes, lange rechte wegen met goed asfalt, rustige mensen, tikkie saai. 2 euro en 15 minuten later sta ik bij het busstation, dat hier linjaautoasema heet. Ik ben benieuwd of ik na een week uberhaupt iets snap van dat Fins.

Bed&breakfast Tuure ligt om de hoek en na een aanvankelijk wat aarzelende ontvangst ontdooit de dame achter de receptie enigszins. Nu had ik al begrepen dat Finnen nogal stug zijn, dus ik blijf gewoon vriendelijk, ieder volk zijn eigen aard(igheden). Mijn kamer is klein maar comfortabel met een bed, een kast, een luie stoel, een bureau en zelfs een sanseveria en meer heb ik niet nodig. W.C. en douche zijn op de gang om de hoek en er staat ook een koelkast waar ik gebruik van kan maken. Op mijn kamer ligt ook de reismap klaar: helemaal keurig met zowel kaarten als een routebeschrijving, het een en ander over het land en een uitgebreid verhaal over de sauna, Finlands bijdrage aan de wereldcultuur.

Na een half uurtje ga ik de stad in. Eerst maar eens wat eten en dat doe ik bij de Hesburger, het Finse antwoord op MacDonald's. Het broodje is best goed (geen idee wat ik besteld heb, maar kana is geloof ik kip), de cola en friet zijn gewoon. Ik loop verder door de stad: rechte brede wegen met niet al te veel verkeer. Na een minuutje of 10 kom ik bij de rivier en hier is een echte wandel- en fietspromenade die ik volg. Ook hier valt op wat me jaren geleden al opviel in Stockholm: enorme hoeveelheden alcoholisten ondanks de prijs van de drank en verder de voorliefde van Scandinaviërs voor ijs.

Ik ga op een bankje mijn dagboek bij zitten werken en loop een half uurtje later weer verder. In een parkje tegenover een roodstenen kerk ga ik mijn reispapieren doornemen. Het ziet er allemaal leuk uit, ik heb er zin in. Via de Spar voor drinken en lekkere drop loop ik terug naar Tuure. Het valt mij opeens op dat de kamer geen gordijnen heeft die helemaal dicht kunnen, dus hoe dat vannacht moet (ik neem aan dat het zo noordelijk begin juli niet echt donker wordt) ben ik nog niet uit. Gelukkig ben ik nogal moe, misschien scheelt dat.

Om kwart voor 7 vertrek ik weer om ergens te gaan eten. Ik loop naar de kathedraal, die prachtig uittorent boven een groot, leeg plein en een park. Het gebouw is van steen, de toren van hout. Ik heb nu geen zin om hem te gaan bezoeken, maar volgende week ga ik dat zeker doen. Via een omweggetje beland ik uiteindelijk op een terras aan de rivier, waar ik heerlijk in het avondzonnetje spare ribs eet (de huisspecialiteit) met een gepofte aardappel en een enorm glas cola erbij. Ondertussen kijk ik hoe werkelijk iedereen hier aan de enorme glazen bier zit ondanks de minstens zo enorme prijs (5€ voor een halve liter). Na het eten slenter ik langs de rivier en over het marktplein terug naar Tuure, waar ik verder ga lezen in mijn boek. Ik val ondanks het licht toch nog snel in slaap.

 

Terug naar het begin


Dag 2

Om half 4 ben ik even wakker en het is inderdaad erg licht buiten. Om 7 uur ga ik rustig beginnen met mijn spullen inpakken, douchen en om een uur of 8 ontbijten. Het ontbijt is uitgebreider dan ik had verwacht, dus ik doe mij tegoed aan cornflakes, yoghurt, een boterham en een ei vergezeld van 2 glazen ongelofelijk slap sap.

Om 9 uur komt Gerd Niehaus, de geestelijk vader en organisator van mijn trip. We lopen naar de fietsenverhuur op de hoek (Carfield, met 24-uurs service in geval van nood), waar we de schroef van de zadelpen van de eerste fiets weten te mollen. Uiteindelijk wordt het een oerdegelijke knalgroene fiets met brede banden en 7 versnellingen van het beroemde Finse merk Tunturi (waar buiten Finland denk ik nog nooit iemand van gehoord heeft). Verder wordt de fiets voor 45 euro voor 6 dagen uitgerust met achtertassen en sla ik de pomp, spin, slot en plakspullen af omdat ik die zelf bij me heb, de lamp omdat het toch niet donker wordt en de helm omdat ik die dingen haat, dus zolang het niet verplicht is draag ik die toch niet. Terug bij het hotel monteer ik mijn stuurtas (voorzien van ingenieus kliksysteem), pak mijn tassen in, trek mijn racebroek aan en dan kan het avontuur beginnen.

Ik fiets Turku uit over een lange rechte weg met wat industrie en tankstations. Al snel verdwijnt de industrie en komen er velden met rode houten of nep-houten (volgens mij een soort golfplaten) huizen met daartussen naaldboombossen met lage berkjes voor in de plaats. Wat het meest opvalt zijn de enorme hoeveelheden bloemen en dan met name de prachtig bloeiende en heel grote lupines.

Na zo'n 10 km, net voor Rusko, buigt de route van de doorgaande weg af. Ik kom nu op een oude bedevaartsroute, de Pyhä Henrikintie (Heilige Henriksweg), de weg waarlangs het stoffelijk overschot van bisschop Henrik, die de kerk in Finland opzette in de 2e helft van de 12e eeuw, werd vervoerd. Regelmatig kom ik bomen tegen met een bruin lint om de stam met daarop de naam van de weg en een afbeelding van Henrik. Meteen aan het begin van de weg mag ik (optioneel) een steil heuveltje op met daarop de kerk van Rusko. Ik drink wat, loop over de begraafplaats en tracht van het uitzicht te genieten, maar word bij dat laatste gestoord door muggen ter grootte van olifanten.

Dan maar weer terug op de fiets, verder de Heilige Henriksweg af. Het is prachtig hier: het zonnetje schijnt, het pad kronkelt zich door velden en bossen en zelfs het onverharde deel (grint, zand en vergaan asfalt) is uitstekend begaanbaar. En na iedere niet al te lange helling (volgens mij zijn de hoogteverschillen hier hooguit 10 of 20 meter) volgt onveranderlijk weer een lekkere afdaling. Mijn 7 versnellingen werken prima: omhoog in 3 of 4, omlaag in 6 of 7 en de 5e als het vlak is. Bij Nunnanlähde (de bron van Nunna) stop ik even om wat te drinken. Van de bron, die door bedevaartgangers intensief werd gebruikt, is niet meer over dan een gedenksteen, maar in het weiland staan wel 2 drinkputten voor het vee, blijkbaar bestaat de bron nog steeds.

Nog een stukje verder bereik ik het einde van de Pyhä Henrikintie, namelijk de kerk van Nousiainen waar hij begraven ligt. Ik ben er net voor twaalven, maar na alweer een rondje kerkhof, waar Zweedse en Finse overledenen gebroederlijk naast elkaar liggen in dit tweetalige deel van Finland, is de kerk open en kan ik de prachtig bewerkte sarcofaag van Henrik bewonderen. Ook de rest van het interieur is mooi in al zijn soberheid.

De tocht gaat weer verder naar Nousiainen en de bijbehorende supermarkt. Bij de Spar koop ik drinken, zoete broodjes, chocola, jam en Fins knackerbrod. Al met al is het nog een heel gedoe om dat allemaal in mijn fietstassen en rugzakje te proppen. Even buiten het dorp vind ik een mooi glooiend plekje langs de weg, maar als ik net goed en wel zit te eten begint het me toch te rommelen in de verte! En de lucht ziet er ook angstwekkend donker uit. Misschien kan ik de bui voorblijven als ik meteen vertrek.

De tocht gaat heel even langs de grote weg en dan weer het bos in. Dat is toch het voordeel als de route is uitgezet door iemand die de streek door en door kent: je komt over wegen die je anders nooit zou nemen. Net voor Mynämäki kom ik uiteindelijk toch in een bui terecht: het onweer van achteren ben ik inderdaad voorgebleven, maar er hingen ook nog buien voor me en rechts van me. Op een gegeven moment gaat het dan natuurlijk toch fout...

In mijn regenjas en -broek rij ik Mynämäki binnen, waar ik bij de lokale benzinepomp een blikje cola koop (met €0,15 statiegeld, dat moet in Nederland ook nog steeds ingevoerd worden) dat ik in afwachting van het einde van de bui op een picknickbank onder het afdak ga opdrinken. Als de bui wat over lijkt te zijn ga ik verder voor de laatste loodjes naar mijn overnachtingadres Kilakallusen Rälssitila (zeg dat maar eens 10 keer snel achter elkaar).

Pension Kilakallusen Ralssitila

Het blijkt een 50 jaar oude boerderij aan het einde van een landweggetje te zijn en ik ben de enige gast. De eigenaresse is mijn kamer (onderdeel van een houten bijgebouw) nog aan het klaarmaken, dus ik heb uitgebreid de tijd om met haar man in haperend maar begrijpelijk Engels te praten en de 3 honden (2 kleine chihuahua's met uitpuilende ogen plus een enorme hush-puppiehond) te begroeten. De w.c. en douche zijn in het woonhuis dus ik heb voor vannacht een prachtige pispot op mijn kamer, al denk ik dat ik dan liever even buiten de bosjes induik. De eigenaresse wil vanavond wel voor me koken ondanks dat het restaurant niet open is. Dat scheelt me weer een ritje van 6 km enkele reis naar Mynämäki, want het beste is er na 42 km nu wel af. Ik ben natuurlijk toch meer een wandelaar dan een fietser en dat voel ik nu in rug, nek en benen.

Na een warme douche ga ik op mijn kamer rommelen. Buiten regent het, binnen wachten Harry Potter en mijn dagboek onder het genot van een grote kan bessenlimonade die ik mee heb gekregen. Voor ik het doorheb is het al 6 uur, tijd om te eten. Ik eet in mijn eentje in1 van de klassiek ingerichte kamers. Het weer is inmiddels helemaal opgeklaard, maar ondanks de zon worden er toch 2 kaarsen aangestoken. De sla vooraf is uitstekend en uit pure beleefdheid eet ik zelfs een paar plakjes rauwe tomaat op. Het hoofdgerecht is veel en goed doorgekookt: aardappels, broccoli, kip in saus, gehaktballetjes (uit een pak, ik herken de structuur). Na afloop komt de eigenaresse gezellig met me keuvelen in gebroken Engels. Ik vul het gastenboek in, bewonder een foto van haar kinderen en praat wat met haar man. Dan ga ik mijn kaart halen en laat ze de route zien die ik aan het fietsen ben. Ik heb eerlijk gezegd het idee dat dit pension meer bedoeld is als bezigheidstherapie voor de eigenaresse dan dat ze serieus van de inkomsten afhankelijk zijn. Ik vind het best, het is een prima adres.

Om 7 uur ga ik een avondwandelingetje maken. Het is absoluut idyllisch, afgezien van de muggen die het bij gebrek aan andere levende wezens allemaal op mij gemunt hebben. In de verte loeit een koe erbarmelijk, verder hoor je slechts het zingen van de vogels en het zoemen van de muggen. De velden liggen er prachtig groen bij in het avondzonnetje.

Om half 8 ben ik weer terug in mijn kamer, tijd om met de vliegenmepper (standaard onderdeel van de inventaris en ik snap nu ook waarom) in de weer te gaan. Ik lees, pak al het een en ander in, maak nog een ommetje over het erf om de honden te aaien en ga uiteindelijk om ongeveer 10 uur plat. Voor ik het goed en wel doorheb slaap ik al.

 

Terug naar het begin


Dag 3

De wekker van half 8 maakt me wakker. De mist hangt nog over de velden, dus het zal wel een mooie dag worden. Als ik naar de w.c. loop word ik vrolijk begroet door de honden. Om 8 uur kan ik gaan ontbijten en ze heeft zich uitgeleefd: maar liefst 4 gekookte eieren, jam, een kan sap, een schaal kaas, tartex, een salade, een appel, brood en een petit pain en ook nog 2 boterhamzakjes voor een lunchpakket. Ik eet een half broodje met jam, een ei en een appel en drink daar 2 glazen sap bij. Verder maak ik inderdaad maar brood klaar, want het is zondag dus ik weet niet of en wat er open is onderweg. Ik reken af (€31,50 inclusief diner van gisteren, een schijntje voor zoveel gastvrijheid) en ga dan mijn spullen inpakken.

Om kwart voor 9 rij ik het erf af. Zo vroeg op zondagmorgen is er nog bijna niemand op de weg. De Suuri Postitie (Grote Postweg) is de oeroude postweg die sinds 1638 werd gebruikt als weg voor het postverkeer tussen Stockholm en Turku. Een estafette van boeren vervoerde de post over etappes van 20-30 km (2-3 Finse mijlen). Nu ligt de postweg er dus verlaten bij. Hij slingert zich door bos en veld langs plukjes huizen zoals je je die voorstelt als je "Scandinavië" zegt: geel of bruinrood geschilderd hout, een bloementuin die ligt te blakeren in de zon en ook vaak nog een beetje verhoogd in het landschap gelegen. Ik stop zo af en toe om een fotootje te schieten, maar het Vehmaan veengebied, volgens mij een soort openluchtmuseum, heb ik pas in de gaten als ik al op de helling naar beneden zit. Ik heb geen zin om terug omhoog te fietsen, dus dan maar door naar Vehmaa, een plaatsje van niks, zoals de meeste plaatsjes hier. Volgens mij ben je hier al heel wat als je een bebouwde kom met meer dan 1000 inwoners hebt.

Na Vehmaa ga ik de Postweg af en mag ik heerlijk door de bossen over een onverharde weg karren, de Ukkilantie. Ik neem een pauze van een kwartier voor druivensap en een reep chocola. Ik fiets verder de Ukkilantie af, die overgaat in de Asutustie. Het landschap verandert in zoverre dat er nu zeearmen bijkomen, die er uitzien als langgerekte meren met riet langs de kanten. Nog een stukje Uudenkaupungintie (met zonnend slangetje op het wegdek) en dan ben ik bij Taivassalo, de laatste "grote plaats" (zie boven) voor de eilanden. Ik heb meer dan genoeg tijd: het is kwart over 11, ik moet nog 20 km en de boot vertrekt om half 5, dus ik wijk van de route af en ga Taivassalo verkennen. Dat is dus driewerf niks en al helemaal niet op zondagmorgen. Gelukkig is er langs de doorgaande weg naar Kustavi een soort servicestation open, waar je eten, drinken, ijs, sigaretten en benzine kan kopen en er staat ook nog een stalletje met bonen en aardbeien. Ik wil 2 bolletjes ijs, me niet realiserend was een enorme bollen ze hier scheppen. En zonder Fins (en de dame van het ijs spreekt geen Engels) lukt het me niet om mijn bestelling te veranderen, dus heb ik 2 ijshoorntjes met 2 enorme bollen ijs, die ik met gestructureerd likwerk naar binnen weet te werken zonder dat het een knoeiboel wordt. Nog een geluk dat ik dol op ijs ben. Verder trek ik uit een automaat een kaart van de eilanden, zomaar, voor niks...

Na 3 kwartier stap ik weer op de fiets voor de laatste loodjes richting de boot naar Iniö. De weg naar Kustavi is lang, tweebaans, druk en ik heb tegenwind (die zo dicht bij zee stevig aangewakkerd is) en een schraal kruis, dus niet echt genieten afgezien van de prachtige uitzichten over het water. Net voor de afslag naar Iniö is er een tankstation met supermarktje waar ik een halve liter cola koop. De schaduw aan de overkant is aanlokkelijk, maar ik sta er nog niet of hier blijkt de halve Finse muggenpopulatie te wonen en ze hebben HONGER!! Dan maar (met jeuk) aan de overkant van de weg in de zon (24 graden) en op het asfalt.

Na een half flesje en een broodje tartex fiets ik de laatste 6 km naar de boot, waar ik even over half 2 aankom: nog bijna 3 uur te gaan, heerlijk! Ik zet de fiets op slot, drink de rest van de cola op en ga dan in het zonnetje met uitzicht op zee mijn dagboek zitten bijwerken. Na een uurtje koop ik in de Bed&Breakfast annex kioski die hier onvermijdelijk is (en vast goede zaken doet, want ik ben niet eens de eerste die hier beland is) een fles fris. Het is citroen-kiwipriklimonade en ik moet zeggen dat de smaak heel bijzonder is. Bovendien is er volgens de inhoudsopgave geen kiwi aan te pas gekomen, wel echte appel en kiwiaroma. Ik ga verder lezen in Harry Potter 5 en tegen vieren loop ik terug naar mijn fiets.

De boot komt keurig om kwart over 4 en het uit- en inladen van passagiers en vervoermiddelen verloopt ordelijk en snel. Voor 3 euro mag ik mijn fiets parkeren en ga ik boven op een kist met reddingsvesten zitten kijken hoe we over een blauwgroene zee met overal rotsachtige eilandjes in 25 minuten naar Kannvik, de haven van Iniö varen. Of eigenlijk naar de haven van Jumo, want dit is het noordelijke grote eiland, Jumo.

Ik laat bij aankomst alle auto's eerst gaan en kan dan over een lege weg op pad voor de laatste 2½ km naar mijn bestemming voor vandaag: Bergshagen. Het blijkt een een paar honderd jaar oude boerderij te zijn met alles erop en eraan, dus inclusief schijthuis buiten. Ik heb een kamer in het hoofdgebouw en ben precies op tijd om te regelen dat ik, na een snelle douche om het ergste zweet weg te wassen, nog wat kan eten. De eigenaresse verontschuldigt zich dat het geen haute cuisine wordt, maar vis, aardappelpuree, paprika, speciaal donkerbruin roggebrood (Iniö's zwartbrood volgens speciaal geheim recept van moeder op dochter overgedragen) en huisgerookte zalm (althans dat vermoed ik, ik heb nog nooit zalm geproefd die zo gerookt is) is niet verkeerd. Paar glazen melk erbij en er staat ook nog een schaaltje met vage bessengelei. Ik vermoed dat dat het toetje is, want er ligt een grote lepel bij en anders heb ik nu de totale weekvoorraad jam opgegeten.

Na het eten ga ik een wandelingetje maken. De eigenaresse raadt me aan om bij het haventje van Jumoby (zo heet het hier) te gaan kijken en dan meteen de midzomernachts"stange" te bewonderen. Dat doe ik, lekker kuierend in het avondzonnetje, met heel veel wind om het hoofd, want waaien wil het wel op zo'n eiland.

Bij de haven van Jumo

Terug bij de boerderij ga ik mijn dagboek bijwerken, mijn route voor morgen in mijn stuurtas stoppen en daarna lekker lezen. Om kwart over 8 maak ik nog een wandelingetje van een kilometer of 2: naar de hoofdweg over het pad dat ik morgenochtend ga fietsen, dan over de hoofdweg (geen auto gezien in 15 minuten) en daarna over het pad waarover ik vanmiddag gekomen ben terug. Wat is het hier toch heerlijk rustig! Ik bekijk wat bloempjes en ook de enorme grijze gladde rotsblokken die hier overal uit de vegetatie te voorschijn komen en die in feite de basis vormen van de archipel.

Terug op mijn kamer ga ik bij het open raam zitten lezen tot bij half 11. Ook in deze kamer zijn weer geen gordijnen, dus ik improviseer een voorhang bij mijn bed met behulp van de donkerblauwe sprei en duik dan mijn zo ontstane bedstee in.

 

Terug naar het begin


Dag 4

Om 7 uur word ik helemaal uitgeslapen wakker: het is hier overal zo stil dat ik echt droomloos slaap en ondanks het licht geen moeite heb om in slaap te vallen. Ik ga lekker douchen, rustig al het een en ander in mijn fietstassen stoppen en nog een flink stuk lezen. Om even voor half 9 staat het ontbijt klaar. Finnen zijn dol op pap, maar dat heb ik vroeger iets te veel gegeten, dus ik hou het bij brood met kaas, ham, een ei, een glas sap en een beker Scandinavische Nesquik. De rekening bedraagt een alleszins schappelijke €37 inclusief diner en na de laatste restjes bagage op mijn door muggen omzoemde fiets te hebben geladen vertrek ik om 9 uur richting Nauvo.

Het eerste stukje over een slapend Jumo duurt ongeveer 5 minuten. Pal voor de pont komen mij 4 auto's tegemoet: even doorpeddelen en ik kan zo de pont opsjezen. Ik heb de pont voor me alleen en 5 minuten later sta ik op Iniö. Het dorpje heeft een mooie kerk en een prachtig grijshouten postkantoortje. Bij de haven is een "lanthandel" -een klein supermarktje- waar ik drinken en een koffiebroodje koop. Door naaldbos en veld trap ik naar Dalen, waar maar liefst 2 ponten vertrekken. Ik ben meer dan 3 kwartier te vroeg. De boot komt ook riant op tijd. Wijs geworden na de koude overtocht van gisteren heb ik mijn jack meegenomen, maar ik heb het gelukkig niet nodig. In shirt en blote benen (met inmiddels fraaie wielrenstreep) zit ik heerlijk in het zonnetje op het bovendek. De eilanden en eilandjes (sommigen niet meer dan wat rotsblokken met een paar sparretjes erop) schuiven aan de boot voorbij.

Na 3 kwartier leggen we aan in de haven van Mossala, op het noordelijkste puntje van de 3 eilanden van Houtskär die ik ga befietsen. Het eerste eiland is een kippenstukje: kwartiertje fietsen en dan sta ik alweer bij een pontje. Dit gratis kabelpontje (de meeste pontjes zijn trouwens gratis) brengt me naar het middelste eiland. Hier moet ik iets langer fietsen en er zijn ook veel kleine maar uiteindelijk wel vermoeiende hellinkjes: kwantiteit kan soms ook belangrijk zijn. Ik heb de zee meestentijds aan de linkerhand en de wind min of meer in de rug. Ook het volgende kleine pontje ligt al klaar: tot nu toe heb ik alle 3 de kleine pontjes meegehad.

Pas op voor depressieve elanden?Op het laatste eiland maak ik een ommetje via Nasby, waar ik in een niet op de drukte berekende supermarkt 2 zoete broodjes en een grote schijf watermeloen koop, die ik buiten op een schommelbank op ga zitten eten. En wie wat bewaart die heeft wat: na afloop maak ik mijn kleverige handen en gezicht schoon met een nat doekje dat ik in het vliegtuig bij me gestoken had. Daarna rijd ik door naar de pont naar Korppoo. Wat vind ik van Houtskär? Mooi, maar minder dan Iniö, vooral omdat het meer ontwikkeld is, toeristischer (al is dat erg relatief). Maar de lucht blijft heerlijk fris met de geur van vers dennenhout, de zee donkerblauw en ook hier zijn de boeren aan het hooien voor koeien die ik nog niet heb mogen aanschouwen. Ook de boot naar Korpoo ligt al klaar en vertrekt over een half uurtje om 14.05. De kapitein is volgens mij de broer van de Finse concurrent van Michael Schumacher (wiens naam ik even vergeten ben), want hij zet me er toch de sokken in! We raggen in 25 minuten naar Korppoo, maar de overtocht is gratis, dus ik mag niet klagen.

Korppoo is vooral agrarisch: ik hobbel gedurende een kilometer of 8 langs velden vol gras en groen graan tot ik bij de boot naar Nauvo kom. Ook die ligt er al, maar het is theetijd, dus er is even een oversteek tussenuitgevallen in het schema. Prima, dan kan ik even een ijsje kopen. Wijs geworden na mijn ervaring van gisteren houd ik het bij 1 flinke bol meloen-mango ijs.

Om 15.20 vertrekken we en 5 minuten later sta ik op mijn laatste eiland van vandaag: Nauvo. Ik heb er inmiddels 40 km, 6 bootjes en ontelbaar veel hellinkjes opzitten, dus als ik van de grote weg afga en de wind vol op de kop krijg is het even afzien. Gelukkig mag ik een paar kilometer verderop in de richting van het westen over een onverharde weg die langs een langgerekte beschutte vallei loopt. En dan gaat het opeens best wel weer redelijk, alsof ik door mijn dipje heen ben. Toch vind ik het niet erg als ik na 10 km een bordje Gammelgård Vanhakartano (weer zo'n naam waar je je tong over breekt) zie verschijnen. Na een laatste kort doch steil hellinkje sta ik bij een prachtig buitenhuis, dat vroeger dienst heeft gedaan als bejaardenhuis voor eilanders.

Ik heb een mooie lichte kamer (met rolgordijn!) en ga eerst maar eens uitgebreid douchen en mijn inmiddels de fase "goor" gepasseerd zijnde wielrenbroek uitwassen. De douche moet ik op lauw zetten want mijn hoofd is inmiddels zo verbrand en rauw van het zoute zweet dat warm water niet echt plezierig aanvoelt. Ik rommel wat op mijn kamer (het is voor 2 dagen, dus een beetje inrichten heeft wel zin) en ga dan buiten bij de pizzeria op een picknickbank zitten. Ik bestel een halve liter sprite en een pizza met ham, ananas en iets waar ik zowel in het Zweeds als in het Fins geen chocola van kan maken, maar dat bij nadere inspectie een soort boursin blijkt te zijn. Ik bestel mijn tweede sprite en ga op een schommelbank zitten lezen. De wind ruist door de berken, de zonnestralen beginnen een acceptabele sterkte te krijgen, het is 22 graden en het leven is goed.

Ik maak een wandelingetje naar het strand, waar een pier met trapje is aangelegd. Het water van de Botnische golf zou minder zout moeten zijn dan gewoon zeewater (vandaar dat het 's winters kan bevriezen) en dat klopt ook. Bovendien valt de temperatuur van het water me niet tegen, maar dat is met de hand gevoeld, dan kan het nog bitter koud zijn als je er inspringt. Ik maak ook nog een ritje naar het dorp, maar neem een afslag te vroeg. Dan morgen maar. Terug in het hotel ontdek ik de bibliotheek waar ik lekker op een chaise longue ga zitten lezen. Uiteindelijk ga ik om half 11 slapen.

 

Terug naar het begin


Dag 5

Vandaag heb ik een rustdag, maar dat betekent niet dat ik niet op de fiets ga klimmen. Eerst ga ik maar eens uitgebreid ontbijten onder het "genot" van een klein Fins ettertje dat zijn grootouders (pappa en mamma mogen blijkbaar uitslapen) tot wanhoop drijft en de rest van de gasten ook niet bepaald blij maakt. Bij het ontbijtbuffet staat zelfs een Nederlands vlaggetje als teken dat ze vandaag Hollandse gasten hebben. Ik, dus. Na een groot bord cornflakes, een broodje met kaas én vlees én ei en 4 glazen sinaasappelsap (dorst!) ga ik nog een uur rustig zitten lezen en dan op pad.

Op het eiland Högsar zou een uitzichtsrots in de vorm van een boterkuipje moeten zijn. Het is een kilometer of 10 fietsen, inclusief een pontje, maar al wat er is, geen boterkuipje. En een uitzichtsrots zie je toch niet zo 1, 2, 3 over het hoofd zou je denken... Het is overigens geen verloren tijd: de uitzichten zijn prachtig, vooral op de brug tussen het mini-eiland Ängholm en Högsar. En Högsar zelf is agrarisch met prachtige groene velden. De weg eindigt abrupt bij een aanlegsteiger voor motorbootjes, tijd om om te draaien.

Ik fiets naar Nauvo, waar ik net de boot naar Seili/Själö zie vertrekken. Dit eiland was tot 1763 in gebruik als leprakolonie (ook voor gekken en criminelen, veeg maar op 1 hoop) en ik wil het vandaag nog gaan bezoeken: heen met de boot van 4 uur, terug met die van 6 uur. Maar of het er nog van komt?? Ik heb namelijk vreselijke zin om te zwemmen en dat kan eigenlijk het best bij het hotel. Dus drink ik eerst iets op een terrasje en fiets dan in de inmiddels toch wel aanzienlijke hitte terug naar Gammelgård, waar ik me eerst maar eens tegoed ga doen aan een pizza met zalm. Na het eten kleed ik me om en loop naar de steiger. Ik ga even met de voeten in het water, maar besluit dan toch maar om in de zon en de wind op de steiger te gaan liggen: dat koelt al genoeg af.

Om kwart over 3 ga ik toch naar Nauvo voor de boot naar Själö/Seili. De boot komt al om kwart voor 4, maar vertrekt pas om half 5. Voor 3 euro worden mijn fiets en ik in een half uurtje vervoerd. En die fiets blijkt bij het afstappen het probleem: iemand heeft zijn camper (heel Finland heeft volgens mij of een camper of een zeilboot) dusdanig strak langs de kant geparkeerd dat mijn fiets er met geen mogelijkheid langs kan. Maar niet getobd: de kaartjesverkoper annex sterke man tilt mijn fiets op en draagt hem boven zijn hoofd over de auto's heen. Met mijn zeer welgemeende dank kan ik alsnog van boord.

Seili is het eiland waarnaar de leprapatiënten verbannen werden. Ze mochten alleen wat persoonlijke bezittingen en een doodskist meenemen, dat laatste ten teken dat ze het eiland niet meer levend af zouden komen. Overigens werden er ook gekken en criminelen naar het eiland verbannen, zeker nadat de laatste leprapatiënt in 1763 was overleden. Het eiland heeft al met al tot 1963 dienst gedaan, nu is er in het voormalig ziekenhuis een onderzoeksinstituut van de Universiteit van Turku gevestigd. De weg van losliggend grind, die bij tijd en wijle heel steil is, voert me in 1½ km en 10 minuten naar de andere kant van het eiland, waar hij abrupt eindigt bij de kerk. Een prachtige roodhouten kerk met daarvoor een kruis ter nagedachtenis aan allen die hier tussen 1600 en 1700 begraven werden. Ik kan het niet nalaten, pluk 2 wilde margrieten en steek die in het kruis. Uiteindelijk betaalt de lepra toch min of meer deze fantastische vakantie. En nu is dit eiland prachtig, een waar paradijs, maar 8 maanden per jaar zal het hier bar koud, geïsoleerd en desolaat zijn en dat moet op zijn zachtst gezegd niet leuk geweest zijn voor al die arme leprapatiënten. Achter de kerk is nog een oude begraafplaats met veel graven met de familienaam Holländer, ik ben benieuwd of dat inderdaad in den beginne een verdwaalde kaaskop is geweest. De kruizen zijn van hout of metaal, wat er op het eiland voorradig was; alleen de moderne graven zijn van siersteen. Er zijn hele kleine kruisjes bij voor bij de geboorte gestorven kinderen.

De kerk van Seili

Na een minuut of 20 fiets ik weer terug. Wat is dit een prachtig eiland. Bij de aanlegsteiger aangekomen ga ik op een houtenbank bij één van de boothuizen Harry Potter uitlezen en begin ik aan mijn volgende boek: Soul Mountain van de Chinese schrijver Gao Xingjian. De zon schijnt op het water, 2 zwanen foerageren al dobberend en zelfs het gezin met 2 kinderen dat keurig een eind verderop gaat zitten kan de idylle niet verbreken.

De boot van half 7 vervoert me terug naar Nauvo. Ik hoef deze keer niet te betalen, geen idee waarom niet. Bij aankomst fiets ik 20 meter en strijk dan neer op het terras van restaurant l'Escale aan de haven, waar ik me te buiten ga aan een lantsalat -een enorme bak met warme ham, gebakken stukje brood, gekookt ei, sla en komkommer- vergezeld van een enorm glas cola. Ondertussen kijk ik naar de bedrijvigheid in de haven en lees ik in mijn boek. Na afloop nog een ijsje met een gigantische bol vanille-passievruchtijs en dan peddel ik met een volle maag -dus langzaam- terug naar Gammelgård. De barometer is inmiddels aan het dalen geslagen, ik hoop niet dat dat betekent wat ik vrees dat het betekent...

Ik ga in de bibliotheek mijn dagboek bij zitten werken na mij eerst helemaal ingewreven te hebben met muggenmelk, want het aantal van die krengen begint schrikbarend toe te nemen en ik vind dat ik nu wel genoeg bloed gedoneerd heb. Bovendien jeukt het als de pest... Na nog wat gelezen te hebben ga ik mijn spullen al zo veel mogelijk inpakken en om half 11 naar bed.

 

Terug naar het begin


Dag 6

Ik ontbijt, reken af (€39 per nacht), pak mijn spullen op de fiets en rij om 8 uur 37 weg. De 180 is de hoofdweg over de eilanden, maar zo vroeg op de morgen is het nog heel erg rustig. Bovendien heeft de route vandaag weer 2 bochten die de tocht naar Parainen weliswaar langer maken maar ook stukken rustiger en interessanter. De eerste bocht is nog op Nauvo: over een schitterende asfaltweg waar je bijna niemand tegenkomt rijd ik via dorpjes als Dalkarby en Gyttja weer terug naar de hoofdweg bij Hangslax. Je kunt wel horen dat dit het overwegend Zweeds sprekende deel van Finland is. Ik had me trouwens tot deze vakantie nooit gerealiseerd dat Finland officieel tweetalig is, maar het komt me wel goed uit, want Zweeds is in de geschreven vorm nog enigszins begrijpelijk, Fins totaal niet. Na een korte pauze voor een slokje drinken en een hooikoortspil is het nog bijna 7 km over de lange rechte hoofdweg naar de pont. Die vertrekt net, maar er varen er 2 tegen elkaar in, dus na een zoet broodje bij een kioski heb ik 10 minuten later al de volgende pont.

Op het eiland Lillmalö, dat onderdeel uitmaakt van Parainen, aangekomen mag ik weer 8 km over de hoofdweg, maar de auto's op mijn weghelft komen hier uitsluitend van de pont en dat betekent 1 keer per kwartier een pluk, die ik dan even voorbij laat gaan. Na een half uur ben ik bij de tweede extra bocht in de route, maar 200 meter verderop is een zaak met terras en zoete broodjes, dus eerst maar eens een pauze. De cola gaat direct naar binnen, het zoet broodje mag nog een half uurtje wachten. Om half 12 (en met al 33 km onder de wielen) ga ik weer op pad. De eerste kilometers gaan over een wat uitgesleten deels verharde weg, wat betekent dat je soms het idee hebt dat je over een wasbord hobbelt. Maar voorbij het gehucht Våno volgt er opeens weer een prachtige asfaltweg hoog langs het water en met koeien in de weilanden: eindelijk! Na een enorme afdaling ligt daar opeens de kalkfabriek van Parainen. Dat is na Turku de eerste serieuze industrie die ik gezien heb, dus dat is even schrikken.

Na mijn zoete broodje gaat het wel weer en pers ik mijzelf een eindeloze helling op naar Parainen, de hoofdplaats van de Saaristo archipel. Bij de plaatselijke supermarkt koop ik eten en drinken voor vanavond en morgen. Vanuit Parainen is het nog 7 km naar mijn onderkomen voor vannacht en ik moet zeggen: het zijn hele zware kilometers. Ik fiets met een rugzak op omdat de boodschappen achterop gebonden zitten en er zitten na meer dan 50 km fietsen meer hellingen omhoog in de route dan mij lief is. Maar om kwart over 1 ben ik dan toch bij Kappelinranta, een complex met een stuk of 8 appartementen gelegen op een heuvel. En ik heb het droog gehouden, want de barometerdaling van gisteren zette zich vannacht en vanochtend voort en het weer is inderdaad aan het omslaan: bewolkt en 5 graden koeler.

Ik betaal €60 aan de zenuwachtige eigenaar (dat is trouwens €10 meer dan opgegeven, maar die komt zijn vrouw 's avonds met excuses teruggeven) en mag me dan voor 1 nacht de eigenaar (m/v) noemen van een appartement met 4 bedden, 6 luie stoelen, een houten terras met plastic zitje van de Finse variant van Blokker, een eetkeuken met alles erop en eraan (dus ook een afwasmachine) en een badkamer met sauna. Nu is het natuurlijk belachelijk om in Finland te zijn geweest zonder in de sauna zijn geweest, dus ik stook de kachel op en doe een rondje sauna. Daarna sleep ik 1 van de luie stoelen het terras op en ga mijn dagboek bijwerken.

De rest van de middag en avond breng ik door met veel televisie kijken (er zijn wat Duitse zenders) en teletekst lezen. Ik kook pasta met koolsla en yoghurt toe en drink daar light cider bij. Heel Finland drinkt cider, maar ik moet zeggen dat ik het niet te zuipen vind. Na het eten zet ik de afwasmachine aan. Ik heb geen ervaring met die dingen en kom er nu achter dat het een uur duurt! Om 11 uur ga ik naar bed.

 

Terug naar het begin


Dag 7

Het opstarten wil vanochtend niet erg lukken, maar uiteindelijk zit ik om kwart over 9 toch op de fiets. Het is nog steeds droog, maar erg bewolkt en zo koud (13 graden) dat ik voor het eerst met mijn jack aan fiets. Het is eigenlijk maar een kippenstukje vandaag, maar het sombere en koude weer in combinatie met een forse wind tegen maken het afzien. De eerste 20 km volgen grotendeels de 180, de doorgaande weg van Turku naar de eilanden en er is weliswaar een fietspad, maar er razen wel steeds auto's langs. En wie heeft er bedacht dat je fietstunneltjes onderaan een helling en haaks op de weg aanlegt? Ben je net lekker hard naar beneden aan het racen, moet je vol in de remmen omdat je scherp naar rechts of links moet...

Voor Kaarainen zijn ze aan de weg aan het werk, maar ik mag over het pas gestorte, nog natte en plakkerige asfalt. Uiteindelijk mag ik van de doorgaande route af en rijd over een mooie, stille weg langs een meer op een steenworp afstand van Turku. Net voor Turku ligt ook nog Kylämäki, een soort openluchtmuseum waar ik in het café cola en koek nuttig dat uitgeserveerd wordt door een krijtwit meisje in ouderwetse kleding, maar dat laatste is onderdeel van haar vak. Over het algemeen zijn de mensen hier lang, blond en bruin van de zon. Dat laatste snap ik een stuk beter nu ik weet dat de muggen in de schaduw wonen en dat dus een no go zone is.

De kathedraal van TurkuLangs de Aura-rivier peddel ik Turku binnen en kom tegen het middaguur bij pension Tuure aan. Ik heb dezelfde kamer als de vorige keer en na een snelle douche en schone kleren ga ik de stad in. Ik heb de fiets tot 4 uur en zal er dus gebruik van maken ook. Eerst maar eens mijn mail checken bij een internetcafeetje annex esoterisch centrum en vegetarische winkel. Het ruikt er naar wierook en Hare Krishna wordt er op de achtergrond per CD toegezongen, maar ze hebben een snelle verbinding en daar gaat het om. Daarna ga ik in een reuze trendy restaurant (Blanko) eten: veel sla met mozzarella en garnalen en 2 sneden bruinbrood en daar gratis water bij. Na het eten fiets ik over de promenade naar het kasteel van Turku. Hier vertrekken ook de passagiersboten naar overzeese bestemmingen. Ik fiets om de burcht heen die in de 13e eeuw werd aangelegd om de groeiende havenstad Turku te beschermen tegen invallen. Binnen is er ook nog een tentoonstelling, maar het bord buiten laat veel glimmend verguld meubilair zien en dat heeft niet erg mijn interesse.

Na een ijsje aan de waterkant fiets ik het centrum in, op zoek naar een boekhandel om eens te kijken of ze hier Engelse boeken verkopen en zo ja, wat en hoe duur. Ik vind een grote boekhandel en ze verkopen Engelse boeken. De keus beperkt zich voornamelijk tot thrillers, SF en romantiek, maar de prijs is goedkoper dan in Nederland. Uiteindelijk koop ik "Chasing the dime" van Michael Connelly voor €9,95 en dat is toch al snel 2½ Euro goedkoper dan in Nederland. Sterker nog: het is volgens mij omgerekend precies de Engelse prijs.

Na deze aanschaf ga ik de fiets terugbrengen en in het pension lekker lezen. Om 6 uur ruk ik mij los uit mijn boek (ik ben maar meteen in mijn nieuwe aanwinst begonnen) en loop de stad in voor het avondeten. De kathedraal is nog steeds gesloten, dus die zal ik voor een volgende keer moeten bewaren. Dan maar meteen gaan eten bij hetzelfde tentje als de vorige keer. Ik zit lekker mijn dagboek bij te werken en drink ondertussen maar liefst een liter fris weg: Finnen zijn niet van lekker lang natafelen, dus als je wilt blijven zitten moet je ook bestellen. Na het eten loop ik met een ommetje terug naar het pension, waar ik tot elf uur mijn boek voor driekwart uitlees.

 

Terug naar het begin


Dag 8

Na het ontbijt ga ik naar de supermarkt om mijn kleine flesjes in te leveren en zakken snoep voor het thuisfront te kopen. In de kleine gemengde zakjes die je overal onderweg bij kioski kon kopen zaten steeds leuke roze-witte paddenstoeltjes, maar die verkopen ze helaas niet in grote zakken, dus dan maar wat drop en ander snoepgoed. De statiegeldautomaat werkt niet en de vakkenvulster aan wie ik het vraag spreekt geen Engels, maar begint van de zenuwen Zweeds tegen me te praten. Ik vang het woord "kassa" op en ga er dus maar vanuit dat ik de boel daar in moet leveren en bedank haar met een vriendelijk "kiitos", het enige woord Fins dat ik in een week heb opgepikt.

Terug in het hotel pak ik de laatste restjes in mijn inmiddels aanzienlijk zwaardere rugzak (al is het alleen maar door de kilo Harry Potter die er inmiddels inzit). De bus brengt me voor 2 euro in een kwartiertje naar het luchthaventje van Turku en 2 vluchten van de SAS zorgen ervoor dat ik om half 5 weer op Schiphol sta.

 

Terug naar het begin

 

Voor reacties (anti-spam: verwijder XX uit adres)

Terug naar de homepage