Etappe | Km | Totaal km |
Barr - Châtenois | 28 | 28 |
Châtenois - Ribeauvillé | 16 | 44 |
Wordt vervolgd... |
Onze eerste wandeldag en meteen een enorme etappe: 8 uur lopen (ongeveer 28 kilometer) van Barr naar Châtenois en met veel klimmen en dalen erin. We hebben de wekker maar op 7 uur gezet en voor de rest van de camping zelfs maar wakker dreigt te worden, hebben wij alles al ingepakt en rijden door een hele ris Anton Pieck dorpjes naar Barr. Onderweg kopen we melk, croissants en stokbroden, die we opeten bij het station van Barr, terwijl de tent hangt te drogen over een hek.
Om 10 voor half 10 hijsen we de rugzakken op onze ruggen en lopen door Barr op zoek naar de GR5. Om half 10 staan we op het eerste stuk naar Adlau en kan het avontuur beginnen. We lopen door de wijngaarden (de beroemde Riesling komt hier vandaan) in het zonnetje naar Adlau, waar we de lunch inslaan en koffie drinken. Adlau is een vriendelijk plaatsje aan de voet van de bergen, veel huizen hebben mooi gekleurde bloemen en planten. Vanuit Adlau lopen we over een lange weg vals plat naar het natuurvriendenhuis van Gruckert en vandaar wordt het serieus klimmen en klauteren door de bossen van/naar de Ungersberg. Boven op de Ungersberg lunchen we en bekijken vanaf de uitzichttoren het Rijndal met al zijn kleine dorpjes. Dit is het hoogste punt van vandaag (901 m) en vanaf de Ungersberg gaat het dan ook steil omlaag, een aanslag op met name de knieën.
Op weg naar de ruïne van Bernstein lopen we een paar keer mis: één keer omdat we gefixeerd zijn op een picknickbank, maar ook een paar keer omdat de bewegwijzering niet al te duidelijk is en het boekje summiere informatie geeft. Het laatste stuk gaat steil bergaf tot we weer in het dal zijn en tussen de druiven door naar Châtenois lopen. Om kwart over 8 zijn we eindelijk bij de gite d'étape. We krijgen een kamer in het oude gebouw, omdat het nieuwe gebouw vannacht nogal rumoerig dreigt te worden met 30 pubers en 20 geestelijk gehandicapten. Na een paar blikjes fris en een douche gaan we in een hotel om de hoek eten. Om half 11 gaan we, uitgeput, slapen.
's Morgens haal ik na het douchen brood en drinken en ontbijten we in het zonnetje. Om kwart voor 10 zijn we klaar voor vertrek. Het eerste stuk heeft een plezierig stijgingspercentage over een mooie weg en zo lopen we monter naar de ingang van het Parc des Singes (Apenheul), waar we bij het restaurant pauze houden. Hierna gaat het steiler bergop naar het hoogste punt van vandaag: Haut-Koenigsbourg, een oud kasteel dat aan het begin van deze eeuw op last van Kaiser Wilhelm II gerestaureerd is. Het is hier compleet kermis met honderden toeristen die zich verdringen. We vinden een bankje in de schaduw, waar we ons brood opeten, vergezeld van jus d'orange. Het is heel zonnig en warm, dus veel drinken is het devies.
Vanaf Haut-Koenigsbourg lopen we naar Thannenkirch, een langgerekt, slaperig dorp met veel fonteintjes waar drinkwater uitkomt. Bij één ervan stoppen we alvorens verder te lopen naar Ribeauvillé. Dat blijkt aanzienlijk verder dan in het boekje aangegeven. We passeren 2 kastelen. Na het 2e kasteel gaat de weg steil omlaag langs en door de oude kasteelmuur en over en langs grote rotsformaties: heel mooi.
Om half 5 komen we aan in Ribeauvillé, een enorm toeristisch plaatsje. Bij de plaatselijke VVV weet het meisje niet precies hoe het zit met de treintijden, maar wel dat het station 4 km buiten het dorp ligt. Gezoek in wat foldertjes levert op dat de laatste trein om 17.38 vertrekt, dat is over een half uur. Gewoon lopend halen we dat nooit, dus we lopen en liften en na 10 minuten gooit mijn maatje zijn rugzak af en gaat in looppas verder. Ik krijg prompt 3 minuten later een lift van 3 jonge Fransen in een klein Renaultje en uiteindelijk staan we allebei hijgend om 17.32 bij het station.