Etappe | Km | Totaal km |
13 |
13 |
|
17 |
30 |
|
14 |
44 |
|
20 |
64 |
|
Wordt vervolgd... |
In 2003 waren C. en ik aan het wandelen bij Amerongen toen we de aankondiging zagen van een nieuw streekpad, het Utrechtpad. Dus het boekje gekocht en uiteindelijk pas een jaar later op pad. Het is een koude (rond het vriespunt), maar prachtig zonnige dag, dus om half 12 staat de parkeerplaats bij restaurant Het Berghuis al vol. Gelukkig hoeven we maar één auto te parkeren, want met de andere rijden we naar Leersum. Na de auto in een woonwijkje gezet te hebben gaan we op weg voor de eerste etappe.
We mogen meteen de heuvel op, langs de begraafplaats naar de graftombe van Jan van Nellesteyn, een toren bovenop een heuvel. Verder door het bos, druk kletsend want we hebben elkaar een jaar niet gezien, en zo belanden we aan de rand van het Breedeveen, een heel mooi heidegebied. We lopen over een goed begaanbaar zandpad in de schaduw, het is koud maar bladstil, dus prima te doen. Na het Breedeveen volgt een lange zandweg langs het prachtige Leersumse Plassen, die door de vorst bedekt zijn met een dun laagje ijs en in de zon liggen te schitteren. We vinden een plekje op een boomstam in de zon waar we onze boterhammen opeten, terwijl we gepasseerd worden door talloze wandelaars, waarvan een flink aantal voorzien van het wandelboekje van het Utrechtpad. Het lijkt een erg populaire route te zijn.
Verder maar weer over bevroren paden. We hebben nu de (weinige) wind van voren en dan is het toch wel frisjes. Gelukkig lopen we al snel weer tussen de bomen: het Zuilensteinse Bos met een mooie afwisseling van (veel) loofbos en soms wat naaldbomen. Bij een voormalige zandafgraving, de Leeuwenkuil, volgt weer een stop, weer op een boomstam en weer in de zon. Het leven kan zo eenvoudig en goed zijn. We lopen langs het dierenasiel dat je al van veraf hoort: blaf, blaf, blaf! Het pad gaat weer omhoog, de Amerongse Berg op (met 69 meter boven NAP het hoogste punt van de Utrechtse Heuvelrug). We naderen ons eindpunt en het is goed te merken dat Het Berghuis een populaire bestemming is op een mooie winterdag: hele families lopen te kuieren en de kinderen en honden uit te laten.
Bij Het Berghuis is het even zoeken naar een plaatsje, maar dan zitten we ook op een heerlijke bank bij het haardvuur met een colaatje, een warme chocolademelk en twee uitstekende ciabatta's met kaas, het welverdiende einde van de eerste etappe.
Vandaag is het 60 jaar geleden dat Nederland bevrijd werd, dus een goede reden om door het gebied van de voormalige Grebbelinie te gaan wandelen. We vertrekken op tijd, want er wordt 's middags regen verwacht. We parkeren mijn auto bij het Berghuis en gaan dan op pad. Het Amerongse Bos is in deze tijd van het jaar prachtig: lichtgroen en het zonlicht speelt door het blad. Geleidelijk aan lopen we de berg op, tot we bovenop bij een kaalgeslagen gebied komen: hier is Staatsbosbeheer een cultuurhistorisch stervormig pad opnieuw aan het aanleggen, maar nu is het alleen maar kaal. Even verderop is er een heideveldje op de top van de Elsterberg met een fantastisch, bijna on-Nederlands uitzicht over de Gelderse Vallei. Al keuvelend bereiken we het Egelmeer (egel is in dit geval Middelnederlands voor bloedzuiger), waar we -met uitzicht op een watermeter die aangeeft dat het gebied veel te droog is- de eerste stop houden. Ik ben sinds kort de trotse bezitster van een broodmachine, maar ik maak C. niet blij met mijn kaas-tomatenbrood omdat ze het Atkins dieet volgt en dus geen brood mag.
We gaan via heideveldjes en een zandverstuivinkje verder en lopen tussen de vakantiewoningen van een bungalowpark door Veenendaal in. Het pad voert langs de rand van het dorp en langs de lokale kinderboerderij die vandaag ook dient als feestterrein. Bij een betonnen-beeldentuin (je moet ervan houden) kopen we een paar blikjes fris die we even verderop in het gras zittend met de zon op ons hoofd en de wind in ons haren opdrinken.
Na de A12 onderdoor te zijn gegaan lopen we langs een deel van de Grebbelinie en na nog een spoorlijn overgestoken te zijn in één lange lijn naar Renswoude. Dat klinkt overigens erger dan het is: de lange lijn is een smal pad op een dijkje dat onderdeel uitmaakte van de linie. Links en rechts staan bomen, er bloeien overal bloemen en het fluitenkruid staat bijna manshoog te pronken. Bij kasteel Renswoude mogen we langs het Grand Canal en vervolgens om het (prachtige) kasteel heen. Achter het kasteel vinden we een plank over de sloot die ons naar de auto bij de kerk voert. Met de auto halen we de andere auto bij het Berghuis op, waar we op het terras in de zon nog een tijdje nagenieten onder het genot van fris, soep en pannenkoek.
Hoog tijd om de mensenmassa's van Sail te ontvluchten, dus lekker een dagje wandelen over de dijkjes van de Grebbelinie. We vertrekken bij kasteel Renswoude en lopen over een wat modderig pad naar de Slaperdijk van de Grebbelinie. Die moeten we delen met een behoorlijk aantal fietsers die de modder trotseren en ons voorbij glibberen. We komen onderweg een aantal voormalige schansen tegen, waaronder als eerste het Werk aan de Daatselaar, waar we op een bankje opgetrokken uit een boomstam onze boterhammen opeten onder het genot van een hele zwerm muggen.
De tweede stop is bij café-restaurant "De Dennen", waar de wandelaars buiten zitten en het gewone volk binnen. Na een koffie en een Rivella per persoon kunnen we er weer tegenaan en gaan we verder over de Grebbelinie. Het is vandaag echt een dag van dijkjes lopen, maar dat is helemaal niet erg: ze zijn prachtig groen en je hebt omdat ze iets verhoogd liggen tenminste nog enigszins uitzicht over de maïsvelden, die eind augustus behoorlijk het zicht vanaf straatniveau belemmeren.
Na nog een uurtje lopen we tegen de buitenwijken van Scherpenzeel aan, waar een cola light op een terras gecompenseerd wordt door een enorme bak kibbeling bij de plaatselijke mobiele visboer op het plein. Het is eigenlijk wel een beetje veel en het laatste stuk van de wandeling voelen we de kibbeling goed meedeinen. We lopen eerst door het park van Huis Scherpenzeel, daarna over fraaie kleine landweggetjes naar het Valleikanaal. De eerste 20 meter zijn een aanslag op de blote kuiten van C. vanwege de brandnetels en bramen, maar daarna wordt het beter. Onderweg komen we nog 2 vasthoudende paarden tegen: ze lopen een heel stuk met ons op. Net voor we weer bij de auto zijn is er in het kader van educatief verantwoord wandelen een stukje Grebbelinie nagebouwd: een loopgraaf, een kazemat, een mitrailleurnest en een paar schietgaten. Nu is het prachtig weer maar met plenzende regen moet het geen lolletje geweest zijn: blubber, saai en met een beetje pech ook nog luizen.
Om 5 uur zijn we terug bij de auto, halen de andere auto op in Renswoude, drinken nog iets bij De Dennen en gaan dan op huis aan.
September en na twee mooie weken weer tijd om een flinke etappe te lopen. We spreken af in Amersfoort en rijden dan naar Woudenberg. Op de "Rondweg van Woudenberg" hebben we ons Dier van de Dag al te pakken: een vals kijkend hondje dat over de rondweg rent. Iedereen stopt keurig en met een paar mensen proberen we het kreng te pakken te krijgen of te verjagen, maar uiteindelijk ontsnapt het tussen ons door. Dan moet-ie het zelf maar weten, op naar de watertoren, waar we de auto parkeren.
De eerste 7 kilometers lopen over een overwoekerde spoordijk en langs kanalen en beken. Het heeft veel geregend en het is warm geweest, dus nat gras, plassen, hoge brandnetels en vooral heel veel muggen. Verder is het somber, wat heiig weer, maar het is wel weer duidelijk dat het hier prachtig is. Het landschap wordt steeds bossiger en bij landgoed Den Treek lopen we definitief het bos in. Alleen jammer dat de beloofde koffietent in geen velden of wegen te bekennen is. Dan maar op de rand van een beek wat drinken en eten.
Het tweede stuk is prachtig: bos, velden, hei en borden waarop staat dat je de wilde paarden niet mag aaien omdat er een uitbraak vvan "Droes" is: geen idee wat het is, maar het klinkt smerig. Overigens zien we geen paard, wild of anderszins, maar wel 4 wilde koeien. Voor we het weten lopen we, na een stop op een bankje met uitzicht op twee droef kijkende bassets (van die hush puppie honden), Amersfoort binnen. Op de één of andere manier wil iedereen ons de weg vragen terwijl wij die ook niet weten. Het zuidstuk van Amersfoort is trouwens prachtig: tot aan het stadshart loop je langs beken en door parken om dan uiteindelijk pontificaal in de stad te belanden. Daar zijn de Amersfoortse keifeesten bezig, compleet met zondagsmarkt. We zijgen neer op een terrasje en kijken een tijdje naar het winkelend publiek alvorens Amersfoort weer uit te lopen op weg naar onze auto. Nog een mooi stukje binnenstad, maar dan belanden we aan de droef stemmende noordkant van het centrum: kale vlaktes, foute kantoorgebouwen en tot overmaat van ramp een brug die eruit ligt, dus we moeten een stuk terug- en omlopen en daar zit je na bijna 20 km niet meer op te wachten. Maar toch zijn we om half 5 bij de auto, niet slecht...