In november 2003 ga ik voor het eerst naar Rusland voor een EU project waarbij we proberen de gezondheidszorg in de gevangenissen te verbeteren. Ik breng mijn tijd door in Sint Petersburg en het 300 km zuidelijker gelegen Pskov.
- Dag 1: Eerste indrukken van Sint Petersburg
- Dag 2: Met de metro naar het centrum
- Dag 3: Met de trein naar Pskov
- Dag 4: Commando's en varkenspoten in Pskov
- Dag 5: Terug naar Sint Petersburg en een poging tot beroving toe
- Dag 6: Feel Russian
- Dag 7: Kroegentocht(je)
- Dag 8: Sneeuw!
- Dag 9: Over tuberculose en andere ongemakken
- Dag 10: Laboratoriumtocht
- Dag 11: Terugreis
In januari/februari 2004 ga ik voor hetzelfde project weer. Het is nu volop winter. Hier is een serie foto's met winterse impressies van Sint Petersburg en Pskov
Het vliegtuig is 20 minuten verlaat, maar de vlucht duurt maar 2 uur en 20 minuten, waardoor we uiteindelijk toch nog op tijd aankomen. Het eten aan boord is weinig en niet echt goed en om mij heen zitten allemaal Russen met eigen drankvoorraden die ze, ondanks dat het niet mag, gezellig op gaan zitten zuipen. Ik heb een raamplaats, maar daar heb ik weinig aan want het is de hele weg bewolkt en in Sint Petersburg hangt de bewolking zelfs zo laag dat we pas op zon honderd meter hoogte de landingsbaan kunnen zien.
Na een eindeloos stuk taxiën mogen we lekker lang in de rij staan bij de douane, maar het zijn tenminste nette rijen en het duurt voor de Russen net zo lang als voor ons. Opeens gaan er 2 extra balies open, 1 aan iedere kant van onze rij, dus onze rij splitst zich op in 3 rijen en dan gaat het opeens heel snel. Buiten worden we opgewacht door één van onze Russische collegas, en de chauffeur. K. spreekt uitstekend Engels, want hij heeft 2 jaar in Boston gestudeerd, P. spreekt een paar woordjes Spaans, vraag me niet hoe hij die opgepikt heeft. De auto, een enorme Volga, ligt helemaal vol met inkopen voor een seminar dat volgende week gegeven wordt, maar op de één of andere manier proppen we ook onze koffers en onszelf er nog in. Het is inmiddels 5 uur en donker en het is een flink eind rijden naar de stad. De eerste indrukken zijn Oostblok: lange huizenrijen, appartemententorens en donkere brede rechte straten met natte sneeuw. De verwarming in de auto staat op 10, dus ik zet het raam maar op een kiertje. Als we in het centrum komen zie je de invloed van het kapitalisme: overal reclameborden. Maar je ziet ook de prachtige gebouwen langs de rivieren, hopelijk zien we daar komend weekend nog iets van.
We gaan eerst naar een appartement kijken: overal in Rusland kan je appartementen huren in plaats van in een hotel zitten. Dit appartement ligt in een echte woonwijk op de zesde verdieping van een enorm complex. Het is nogal rommelig en niet echt handig met maar 1 slaapkamer en een woonkamer met een sofa. Ik heb geen zin om anderhalve week op een sofa te slapen en het appartement ligt ook nog een kwartier lopen van de dichtstbijzijnde metro. Niet handig dus, nee dank u. Maar K. weet nog wel wat anders: bij zijn grootmoeder. Dat appartement ligt inderdaad veel leuker: op een binnenhof vlak achter een druk winkel- en uitgaansgebied, maar daar zit je dan weer met het feit dat je het met iemand die je niet kent en die alleen een paar woorden Duits spreekt moet delen. We weten het even niet en besluiten maar eerst gewoon 2 nachten in het hotel te boeken en dan weer verder te zien. Dus gaan we naar Hotel Vyborgskaya, gelegen in het noorden van de stad. De entree is net zo Oostblok als de hotelkamer, waar we door een lange, slecht verlicht gang heenlopen. Je kamersleutel krijg je van een mevrouw die de wacht zit te houden aan het begin van de gang. De kamer heeft een bed, 2 stoeltjes, maar niet eens een fatsoenlijke tafel om aan te werken, dus we zullen echt een alternatief moeten vinden. Er zijn wel mooie kamers, maar die kosten 3000 roebels per stuk en dat is bijna 100 euro en dus boven ons budget.
Eerst maar eens geld pinnen. Dat kan bij een half donkere autoshowroom met Volgas even verderop. We eten in het hotel; het is al 8 uur en we hebben geen zin om te gaan zoeken in de natte sneeuw die er naar beneden komt. Het eten is, zoals ik al verwacht had, matig. Vooraf redelijke soep met stukken worst en vlees, het hoofdgerecht is vette shaslik met koude zoute frietjes, toe een redelijk ijsje. Het water uit een flesje smaakt voornamelijk naar chloor. Om kwart over 10 gaan we, via de kantine op de vierde verdieping voor een fles water, terug naar onze hotelkamers. Ik pak een klein beetje uit, begin in mijn boek (Tsjevengoer van Platonov) en ga dan om bij elven slapen.
Het ontbijtbuffet is in het restaurant en ik waag mij voor het eerst van mijn leven aan de blinis: met Hüttenkäse gevulde pannenkoekjes, een beetje zurig. Verder veel sinaasappelsap (en als dat op is allerlei andere vage sappen) om mijn ongelofelijke dorst te lessen. Om kwart over 8 vertrekken we al glibberend over de straat met natte sneeuw naar het kantoor en kan ik de dagelijkse praktijk van spitsuur in de metro meemaken: je dringt met zn allen door een paar te nauwe toegangsdeuren, dringt met zn allen naar de kaartautomaten (waar wij een speciaal metromuntje ingooien dat S. nog had), dan dring je naar de roltrap en als je daar opstaat word je met een rotgang zon 60 meter naar beneden vervoerd. Daar ga je dan op het perron staan en wacht tot er een metro komt waar je in kunt. Steeds gaat er ongeveer 1 rij mensen naar binnen. We storten ons de tweede metro in. Je hebt geen kans om om te vallen, want je staat echt op elkaar gepropt. Bij de derde stop gaan we eruit en lopen dan nog ongeveer een kwartier over Nevskij Prospekt naar het kantoor. Het kantoor zit in het gebouw van het Ministerie van Justitie in een deel waar vroeger de kindercrèche zat, dus met allemaal vrolijke beestjes op de muren van het trappenhuis.
Het kantoor is echt keurig: ruim, mooi helder, netjes geschilderd en uitstekend uitgerust. We beginnen met een korte introductie en worden voorgesteld aan onze tolk van vandaag. Het meisje lijkt niet ouder dan 14, maar ze vertaalt uitstekend. Van 10 tot half 12 is er een meeting waar we als toehoorders bijzitten over het uitwisselen van informatie tussen het gevangenissysteem voor de gezondheidszorg en het algemene systeem. Het dreigt even een welles-nietes discussie te worden (jullie geven ons geen informatie jawel, maar jullie gebruiken het niet enz), maar het lijkt toch al met al redelijk ordelijk te verlopen. Van half 12 tot bij half 1 praten we met een mevrouw van de Leningrad oblast (de provincie buiten St. Petersburg die zich nog ouderwets Leningrad noemt) en met een man van het surveillance systeem van de gevangenis. Dit is dan weer de gevangenis tegenhanger van eenzelfde functie in het algemene systeem. En daarnaast bestaan er nog systemen voor militairen, spoorwegmedewerkers en god weet wat nog verder.
We lunchen met L., een Nederlands-Indonesische Russin uit Abcoude, die hier is om het informatiseringsysteem op te zetten tezamen met haar professor uit Moskou waar ze tijdens haar Nederlandse studie stage gelopen heeft. We eten om de hoek in café Grot en we zitten ook in een soort spelonk en eten daar Oezbeekse stoofpot. Na de lunch ga ik met de tolk de lijsten van apparatuur die door de diverse laboratoria zijn samengesteld vertalen. Het arme schaap heeft geen ervaring in deze branch, dus we zitten heel wat af te raden, vooral ook omdat de Russen dingen ook nog eens echt anders noemen dan in het Westen. Om 3 uur zijn we op de helft, maar X. moet weg. Morgen verder. Ik ga de formulieren van de EU voor de tender organiseren. De EU is dol op belachelijke hoeveelheden papierwerk, dus er ligt een stapel papier waar een paard de hik van krijgt en dat moet ik allemaal doorwerken. Eerst maar eens het rapport van de eerste fase van het project lezen, dat is lichtere kost.
Om kwart over 5 gaan we weg. Met L. gaan we bij een uitstekende Italiaan eten, Mama Roma, die dicht bij het kantoor zit. Daarna lopen we met haar naar haar hotel, Oktiabrskaya, dat aan het eind van Nevskij Prospekt ligt, vlak aan een uitermate groot en levendig plein. Ons hotel ligt onhandig en het is ook niet handig dat we op onze kamers niet eens een bureau hebben om aan te werken, dus als we vrijdag uit Pskov terugkomen verhuizen we naar Oktiabrskaya. L. heeft een prachtige kamer, maar die is 2-persoons. Toch is zelfs als we dezelfde kamer krijgen als in Vyborgskaya dit hotel, door zijn ligging, al beter. Nadat L. haar bagage op haar kamer gedumpt heeft gaan we heel gezellig koffiedrinken bij Marko, een snelle populaire koffiebar met uitstekende kwarktaart. Om kwart over 9 nemen we een taxi terug. Er komt een Lada zonder lichten (laat staan taxibordje) aangescheurd en Nikki Lauda himself rijdt ons in minder dan een kwartier terug naar ons hotel voor 150 roebels (35 roebels in een Euro). Terug op mijn kamer pak ik mijn spullen voor de tweedaagse reis naar Pskov in en ga mijn dagboek bijwerken met de computer op schoot. Na nog een stukje Platonov val ik om bij elven als een blok in slaap.
Na de douche en het ontbijt worden we om half 9 door P. opgehaald in de grote Volga, het dure broertje van de Lada die nog het meest aan een auto van de Gestapo doet denken, maar ruim is het in ieder geval, al valt de luxe van binnen nogal tegen als je westerse autos gewend bent. Op het kantoor aangekomen ga ik verder met het lezen van het rapport over de eerste 3 maanden van het project en lees vervolgens in de EU richtlijnen voor de tenderprocedure. Het is allemaal weer ontzettend op zn EUs dus bureaucratisch- geregeld. Alleen al het document waar instaat hoe je het moet pakken is meer dan 150 paginas! Dat gaat toch geen zinnig mens doorlezen? Om elf uur neem ik een pauze en loop langs Nevskij Prospekt en een paar zijstraten op zoek naar een Bankomat (een pinautomaat). Uiteindelijk heb ik er één gevonden en met 10.000 extra roebels op zak loop ik door de vrieskou terug naar kantoor.
Tussen de middag eten we Georgisch: salade (dat is hier alles als er maar mayonaise of zure room bij zit) en lekkere soep, een soort groentesoep van mijn oma met draadjesvlees en groenten. Om 1 uur zijn we terug op kantoor voor een gesprek met ene Marina, die de TB doet binnen het gevangenissysteem (GUIN). Ze is nogal ongeïnteresseerd, terwijl wij toch op 2 ton euros aan apparatuur zitten. X. vertaalt prima, maar het is toch onhandig dat alles via een tolk moet. Ik kom nog niet veel verder dan spasiba da en njet (respectievelijk dank u wel, ja en nee). Na afloop van het gesprek gaan we verder met de apparatuurlijst tot het een uur of 4 is en ik als een dolle buiten nog wat broodjes voor in de trein probeer te scoren. Dat lukt maar zeer ten dele, dan maar op het station proberen.
Als L. en de professor er ook zijn worden we door de andere chauffeur naar het station gereden. Daar is inderdaad van alles te koop, dus we slaan chocola, drinken, noedels en gevulde pannenkoekjes in. En dan lopen we over het station naar onze trein. Het is donker en er hangt een wat heiige, dampige lucht, zo stel je je een station in het Oostblok voor. We hebben een eerste klas couchette met 4 bedden voor ons alleen en als we ons geïnstalleerd hebben (we moeten eerst langs een strenge Frau Liegewagenschaffner) gaan de bierflessen open, worden er verhalen opgedist en draagt de professor gedichten voor in het Russisch en Duits. Wij doen het Wilhelmus en ondertussen schuiven de kilometers onder de rails door. Om een uur of acht gaan we nog een paar uurtjes liggen. Als we om even over half 11 na 5 uur en een kwartier aankomen in Pskov ligt daar sneeuw, het wordt steeds Russischer en ik heb het prima naar mijn zin.
We gaan naar het hotel, Rizshkaya, het enige hotel in Pskov waar buitenlanders mogen verblijven (nog zon raar overblijfsel van de Sovjettijd).Het hotel is met een prijs van maar 20 euro per nacht ook nog eens veel en veel beter dan Vyborgskaya: licht, kleine maar mooie kamers en een prima uitzicht. De mannen duiken onmiddellijk voor de t.v. voor Wales-Rusland, de terugwedstrijd van de beslissingswedstrijden voor het EK 2004 in Portugal. Ik ben meer geïnteresseerd in Nederland-Schotland, maar dat zenden ze hier (uiteraard) niet uit. Dan maar in het restaurant nog een late bak soep en wat drinken. Er speelt een invalide meneer op een Hammondorgel en er staan een paar mensen heel keurig te dansen. Om half 1 ga ik naar boven: SMS-jes van een vriendin: 3-0 bij rust, 6-0 eindstand. Toch maar even gebeld of Seedorf toevallig 6 penaltys raak geschoten had De mobiel doet het hier gewoon, er is een bankomat in het hotel, het is hier net de bewoonde wereld. Uiteindelijk val ik om half 2 in slaap.
We hoeven pas om bij half 11 te beginnen, dus lekker uitslapen en om 9 uur ontbijten. Er is hier geen centrale ontbijtzaal, maar op een paar verdiepingen zijn er buffetten, waar je voor een alleszins redelijk bedrag (40 roebels voor 2 pannenkoekjes met jam plus een glas sinaasappelsap) kan ontbijten. Wat opvalt is dat de Russische mannen in het hotel allemaal in glimmend trainingspak lopen, bij voorkeur over de blote bast heen. Om half 11 haalt de secretaresse van het projectkantoor in Pskov ons op. Ze spreekt, in tegenstelling tot haar baas, uitstekend Engels. Op weg naar ons werk vertelt ze nog het een en ander over Pskov: het is een stad van 200.000 inwoners die al 1100 jaar oud is, met een prachtige oude burcht een de rivier en de hoofdstad van de oblast (regio) Pskov met 800.000 inwoners. We passeren ook nog een echt beeld van Lenin.
We rijden eerst naar het AIDS-centrum van Pskov dat in een oud fabrieksgebouw zit. Het hoofd, een uitermate energieke en goedlachse dame zit in een heel klein kantoortje ingesloten door papieren en dossiers, want de computer, daar hebben ze hier in Rusland nog nauwelijks van gehoord. Ze testen hier maar liefst 200.000 monsters per jaar op HIV, voornamelijk monsters van bloeddonors, maar ook 5.000 van het gevangenissysteem. Eigenlijk is iedereen wel tevreden met die afspraak, maar het hoofdkantoor van GUIN in Moskou heeft in zijn oneindige wijsheid besloten om dat de gevangenislaboratoria zelf de HIV-testen moeten gaan uitvoeren. Het blijft voor ons Hollanders een rare gewaarwording, al die verschillende gezondheidssystemen naast (en vaak ook door en langs) elkaar. Na het AIDS-centrum gaan we naar het civiele TB centrum (de zogenaamde dispensary). Buiten staat een rijdende röntgenwagen, die ook wordt gebruikt om gevangenen te screenen op TB. Binnen krijgen we eerst koekjes, koffie met honing en wordt er over computers gepraat en daarna krijgen we het hele, vernieuwde TB-lab te zien. De apparatuur is geleverd door het Rode Kruis, het is alleen ontzettend jammer dat er net niet helemaal nagedacht is over de lay-out, waardoor ze tussen de preparaatbereiding en de microscopen een ruimte hebben waar de kweken worden afgelezen en waar dus steeds mensen doorheen lopen die dan een verhoogd risico hebben op (antibioticumresistente) tuberculose. En daar helpt dan zon geinige muts en een mondkapje type keienvanger niet echt tegen.
Uiteindelijk zijn we om half 2 in restaurant Olimpia, waar we uitstekend (maar niet Grieks) eten in een ambiance die door al het donkerrode pluche nog het meest doet denken aan een hoerentent. Na de lunch gaan we naar het kantoor dat heel mooi gelegen is aan een rivier op het terrein van het leger waar de speciale eenheden die betrokken zijn bij bevrijdingsacties, liquidaties etc gelegerd zijn. Dat komt mooi uit, want S. kan het bordje op de w.c.deur niet lezen waar opstaat dat je absoluut de deur niet dicht moet doen. Dat doet ze dus wel en ze moet door een commando met een enorm mes (en ongeveer geen tanden in zijn mond) bevrijd worden. Tot 6 uur praten we met allerlei mensen en laten ons alles uitleggen over het gevangenis- en laboratoriumsysteem in Pskov. Alles lijkt hier wat beter en gemakkelijker te gaan dan in St. Petersburg en omgeving.
Terug in het hotel probeer ik mijn splijtende hoofdpijn te lijf te gaan met 2 finimal en een warme douche en dat helpt redelijk. Om 7 uur vertrekken we weer voor een avondje gezelligheid in een restaurantje dat alleen de autochtonen kunnen vinden. Het is werkelijk fantastisch eten: heerlijke salades, geweldige soep en maar liefst 3 botermalse varkenspoten met daarbij gebakken kool. Er gaat nog een fles wodka doorheen en er wordt uitgebreid getoast op alles wat je je maar voor kan stellen. Uiteindelijk zijn we om tien uur weer terug in het hotel. Ik ga nog lekker wat Platonov lezen alvorens om elf uur te gaan slapen.
S. en L. zijn vannacht met de trein vertrokken (die op de fantastische tijdstippen van half 3 of half 5 s nachts naar Sint Petersburg gaat), maar ik heb besloten om lekker uit te slapen en met de chauffeur de 300 km met de auto af te leggen. Uiteindelijk vertrekken we om 11 uur. Ik spreek geen Russisch, hij geen Engels, maar hij heeft 30 jaar als militair op Cuba gewoond, dus redden we ons in het Spaans. De weg is lang, recht, tweebaans en eentonig: berkenbomen en naaldbomen onder een dun laagje sneeuw, zo af en toe een dorpje met houten, vaak vervallen huizen en dat alles onder een loodgrijze hemel. Alsof je door een druilerige kerstkaart rijdt. P. wordt nog aangehouden voor controle van zijn autopapieren (no problema volgens hem), ik vraag om een plasstop waarna we gebroederlijk P.s appelbroodjes delen en doorrijden naar Sint Petersburg. Onderweg zien we nog 2 auto-ongelukken en komen we nog langs een dorp waar bij ieder huis mensen appels en aardappelen staan te verkopen. P. stopt, maar vindt de prijs te duur (en een mobiel telefoontje naar Moeder de Vrouw bevestigt dat) dus dan maar zonder appels verder.
Uiteindelijk zijn we na 5 uur rijden om 4 uur op kantoor. Mail checken, spullen bij elkaar zoeken en dan naar het hotel, hotel Oktiabrskaya midden in het centrum deze keer. De kamer is wel behoorlijk wat duurder (zon 800 roebels), maar ook veel plezieriger en hier kan je tenminste werken. Na een half uurtje uitpakken gaan we op weg naar een Japans restaurant dat erg goed schijnt te zijn. Opeens word ik midden in de mensenmassa op Nevskij Prospekt vastgepakt door 4 zigeunervrouwtjes die me proberen te beroven, alleen heb ik niks bij me en bovendien sla ik flink van me af. Zo snel als ze er opeens waren zijn ze ook weer verdwenen. Ik mis, zelfs na uitgebreide controle, niets, maar erg plezierig is het toch niet. Waarschijnlijk zagen ze aan mijn jas (die niet zoals die van alle Russen helemaal zwart is) dat ik buitenlander was. Nog lichtelijk confuus strijken we in het Japanse restaurant neer waar we duur maar erg lekker eten. Na afloop gaan we nog even langs een winkel voor wat eten en drinken en dan ga ik op mijn hotelkamer mijn kasboek en dagboek bij zitten werken onder het genot van de wereldkampioenschappen aerobic op Eurosport. Want op deze tv hebben ze naast Rusland 1-3 ook CNN en Eurosport (en 4 kanalen betaal-tv met harde porno voor de eenzame zakenman). Tot kwart over 12 kijk ik gewichtheffen, bobsleeën, aerobics, boksen en zaalvoetbal en ga dan slapen.
s Morgens word ik om kwart over 8 wakker. Lekker nog even blijven liggen en om 9 uur ontbijten. Het ontbijt is minder goed dan in Vyborgskaya, maar dat is echt het enige minpuntje. Terwijl S. achter kaartjes voor een voorstelling aangaat ga ik me bezig houden met het schrijven van de tenderdocumenten. Dat kost me al met al de hele dag, maar dan is het ook min of meer af. Het grootste probleem is dat we maar 300.000 euro te besteden hebben maar dat de Russen wensen voor bijna een half miljoen hebben ingediend. En dat gaat dus niet, maar uiteindelijk is het hun probleem. Tussen de middag lopen we even naar buiten voor een maaltijd bestaande uit een grote salade en een coupe met druiven in gelei en daarop iets wat op slagroom lijkt, maar moddervette, stijfgeslagen eiwit blijkt te zijn. Verder maken we nog een wandelingetje op zoek naar een dompelaar, die we voor 68 roebels vinden in een soort Winkel van Sinkel in een zijstraat.
Om kwart over 5 lopen we weer naar buiten. Het is vrieskoud: een graadje of 4 onder nul schatten we. We nemen voor 6 roebels de trolleybus naar het Nikolaevsky Paleis, waar we een show geboekt hebben: Feel Russian. Het is een typische tourist trap: als we de trap oplopen staan er al 2 dames in hoepelrok en een meneer met een pruik op ons op te wachten. Als dat maar goed gaat Gelukkig valt de rest van de avond mee: muziek, zang en veel dans van een aanvaardbaar niveau. De show duurt 2 keer drie kwartier met 20 minuten pauze. Wij hebben een VIP-arrangement met champagne en kaviaar. Ons was in het hotel een buffet beloofd, maar dat is toch wat meer dan dit. Er zijn wat hapjes met niet al te beste kaviaar (sprak zij blasé na 2 weken kaviaar in Mongolië) en verder kan je wodka, wijn, champagne of fris krijgen.
Om tien voor half 9 staan we weer buiten, lopen een stukje door de bijna verlaten straten en pikken dan de bus weer op. We willen ergens op Nevskij Prospekt uitstappen, maar dat mag om onduidelijke redenen niet, dus dan maar door naar het hotel. Na de spullen op de hotelkamer te hebben gelegd gaan we om half 10 eten. Om half 11 ben ik terug op de kamer, dagboek bijwerken en boksen kijken.
Om kwart over 2 word ik wakker van een klap, gevolgd door gemorrel aan de deur. Ik denk dat er een dronken vent aan mijn deur staat te rammelen, maar het blijkt dat er een raampje opengewaaid is en de tocht doet de deur klapperen. Dus raampje dicht en weer slapen. Ik ben om 10 voor 8 wakker en ga tot kwart voor 9 gezellig de EU richtlijnen voor het maken van tenders door liggen lezen, een mens moet toch wat. Na douche en ontbijt ga ik mijn e-mail checken. De lijn is hier prima, maar het kost dan ook wat: ongeveer een euro per kwartier. Als ik om over tienen op mijn kamer ben kruip ik toch nog maar even achter de computer en het werk gaat zo lekker en buiten is het zo koud (min 5 met een schrale wind) dat we besluiten om vandaag maar te blijven werken. Tussen de middag ga ik toch even de straat op voor een loopje naar de Kentucky Fried Chicken. Van half 2 tot vier uur ben ik weer achter de computer te vinden en dan is het tijd voor een lekker warm bad met ook nog een tiental paginas Platonov.
Om 5 uur gaan we op zoek naar Café Amsterdam. Op de kaart lijkt het niet zo heel ver weg, maar de ervaring leert inmiddels dat er in St. Petersburg niet zoiets bestaat als dichtbij: de huizenblokken zijn enorm en de afstand tussen de straten dus ook. Halverwege drinken we een glas cider bij een leuke Ierse pub (Dublin) en na enige omzwervingen door avondlijk en vooral koud Sint Petersburg (geschatte buitentemperatuur min 8-10) vinden we café Amsterdam, het café waar volgens S. iedere laatste vrijdag van de maand de qua grootte bescheiden Nederlandse kolonie alhier een borrel drinkt. We zijn nu de enigen en het menu is uitsluitend in het Russisch verkrijgbaar, dus stappen we weer op en gaan in een Engelse Pub (Liverpool) wat eten. Zo hebben we in 1 wandeltocht 4 steden aangedaan: Sint Petersburg, Dublin, Amsterdam en Liverpool. Het eten is niet geweldig goed, maar het is gezellig en de pub hangt vol met parafernalia van de Beatles. Op de terugtocht komen we langs een enorme schouwburg die nog het meest doet denken aan de schouwburg van Heerlen (met de ambiance van een Oost-Duitse sporthal uit de jaren 50). Terug in het hotel krijg ik een telefoontje of ik maar als de wiedeweerga mijn kamerhuur wil betalen. In tegenstelling tot andere landen moet je in Rusland vooraf betalen. Als ik dat gedaan heb kan ik met een gerust hart mijn dagboek bij gaan werken. Ik bel nog even met ma en vertel haar hoe koud het hier is. Ze vraagt of het sneeuwt, maar dat is niet het geval
dacht ik. Als ik s morgens na het ontbijt naar buiten ga ligt er 10 cm sneeuw en het druppelt nog een beetje door. Ik vond het licht al zo raar bij het wakker worden. Het is wel veel warmer geworden, dus op de straten begint zich al goor smeltwater te verzamelen. Iedereen zoekt zijn weggetje en overal zijn mensen met sneeuwscheppen bezig om de boel weer begaanbaar te maken. De binnenplaats van ons kantoor ligt ook vol sneeuw en P. is bezig om een draaicirkel voor zijn Volga vrij te maken.
Ik werk de hele dag aan de documenten die ik in het weekend geproduceerd heb. Een telefoontje naar de EU vertegenwoordiging in Moskou leert me dat er al allerlei afspraken met Stakes (de hoofdaannemer van het project) in Finland gemaakt zijn. Dan maar gebeld met Helsinki voor verdere uitleg. Ook blijkt dat we veel meer geld voor apparatuur hebben dan ik oorspronkelijk dacht, dus het hele plan nog maar een paar keer aangepast. Tussen de middag eten we bij Propaganda, een restaurant dat op steenworp afstand van het kantoor zit. Het is leuk rood/zwart ingericht, het meisje dat bedient is een schatje en het eten is heerlijk, zij het voor een lunch wat aan de dure kant. But who cares? Na afloop lopen we naar de Engelse boekhandel, die ook al bij ons in het rijtje aan de Fontanka ligt. Ze hebben een zeer behoorlijke collectie, vooral de secties vertaalde Russen en de Russische geschiedenis zijn heel boeiend. Het betekent ook dat ik volgende keer geen eindeloze stapel boeken hoef mee te nemen.
De terugtocht naar het hotel is een expeditie: de sneeuw is als een gek aan het smelten en er stromen ware rivieren smeltwater over de straten. Het is echt zoeken naar plaatsen waar je de straat over kan steken zonder dat je schoenen vollopen. s Avonds zouden we met 2 Nederlandse kennissen van S. gaan eten. We hebben om 7 uur in de lobby afgesproken. Als ze er om bij achten nog niet zijn gaan we zelf maar uit eten. Gisteren hadden we een leuk restaurant gezien: Congo en zo zitten we om half 9 Afrikaans te eten in een wit Sint Petersburg. Tot nu toe hebben we steeds goed gegeten en eten is belangrijk als je op missie bent, want veel meer dan eten, werken en slapen is het leven niet. Om 10 uur zijn we terug, ik ga nog wat internetten en lezen en om half 12 slapen.
De sneeuw is grotendeels weg. s Morgens werk ik verder aan de documenten voor mijn rapport, terwijl het kantoor langzamerhand in een conferentieruimte verandert. Morgen komen er een stuk of 30 hoofden van gevangenissen om te praten over hoe besmettingen en overdracht voorkomen kunnen worden.
Om kwart voor 11 lopen we met onze tolk naar het TB centrum van de provincie (oblast) dat op een kwartiertje lopen ligt. Het is de eerste dag dat de zon schijnt en de Fontanka en zijn kades ligt er prachtig bij: mooie grote huizen en paleizen. Het TB centrum is gevestigd in een wat uitgewoond gebouw en we praten een uurtje met het hoofd van de epidemiologie-afdeling. Het blijkt dat ze precies weten wie er vrijgelaten wordt uit de gevangenissen en wat die mensen mankeren, maar dat er geen staf is om die mensen op te sporen en in het geval van TB- op behandeling te houden. En maar zon 20% van de vrijgelaten gevangenen meldt zich zelf voor vervolg van hun behandeling. Dat komt ook omdat velen van hen dakloos zijn en een zwervend bestaan leiden. We maken ook nog een afspraak om morgen het lab(je) te bezoeken.
Om 12 uur staan we weer buiten en wachten op de auto om naar het TB centrum van de stad te gaan. Dat ligt ergens ver weg in een buitenwijk en met alle smeltende sneeuw zit het verkeer nog vaster dan het normaal al zit. En Sint Petersburg is echt een absoluut drama met de auto: de straten zijn wijd, maar er is zo veel verkeer dat het eindeloos vaststaat, vooral straten zoals de Nevskij Prospekt, de straat voor ons hotel en de hele kade van de Fontanka. Uiteindelijk zijn we om half 2 bij het centrum. Het is gigantisch en ze doen veel werk. Het is er duidelijk financieel veel beter aan toe dan het TB centrum van de oblast. Het blijft toch raar dat dat allemaal zo fragmentarisch geregeld is hier in het Oostblok. Het is ook duidelijk dat ze bereid en in staat zijn om alle TB kweken te doen voor de gevangenissen, maar het gevangenissysteem heeft besloten dat ze dat zelf willen doen. Eigenlijk gestoord De medisch directeur steekt een monoloog van een half uur af, en dan komt het belangrijkste: we kunnen morgen hun lab bezoeken.
Eerst maar eens heel laat lunchen: om half 4 bij Grot, naast het kantoor een business lunch van 100 roebels. Uiteindelijk zijn we om 4 uur terug op kantoor. Ik werk tot kwart voor 7 rustig op onze kamer op kantoor. De anderen zijn druk met de voorbereidingen van de workshop van morgen en overmorgen: ze zijn allerlei folders met voorlichtingsmateriaal aan het ophangen in de gangen die daar helemaal van opfleuren. Als ik alle documenten min of meer af heb is het tijd om naar huis (=hotel) te gaan. Daar ga ik 3 kwartier snooker liggen kijken tot we gaan eten bij een Koreaans restaurant aan de overkant van de straat. Om kwart over 9 ben ik terug, tijd om administratie en dagboek bij te werken en de laatste hand te leggen aan één van de documenten. Na nog wat lezen ga ik om half 12 slapen.
s Morgens ben ik om een uur of 9 op het kantoor, waar ik even kennis maak met de Nederlandse consultant die net gisteren aangekomen is. Om half 10 komt X. en vertrekken we naar het TB lab van de oblast. Het hoofd is heel enthousiast en energiek en ze laat ons het hele lab (is 2 kamertjes en een halletje) zien en beantwoordt al onze vragen. De veiligheid is hier niet echt gewaarborgd: de cultures van multiresistente patiënten staan gewoon in het halletje waar iedereen in en uit kan lopen.
Om half 12 staan we weer buiten. We worden opgehaald en gaan in een leuk restaurantje eten. Dat is toch het leuke van werken met locals: zij weten de leuke plekjes te vinden. Na afloop gaan we naar het lab van de stad. Dat is veel groter dan het laboratorium vanmorgen: een (niet zo heel nieuw) gebouw met 4 verdiepingen, je kan duidelijk zien dat de TB dienst van de oblast veel minder geld heeft dan de stad. Ze betalen zelfs hun personeel verschillend, geen wonder dat de oblast zoveel vacatures heeft! Het laboratorium is prima geregeld en ook hier zien we weer dat veel apparatuur en spullen giften zijn van buitenlandse organisaties.
Uiteindelijk staan we om bij half 4 weer buiten, op naar de volgende afspraak, het HIV diagnostiek lab. Het hoofd is in eerste instantie zeer nurks, maar dat is een algemene kwaal van Russen: als je ze net ontmoet kijken ze vreselijk de kat uit de boom en dat gaat gepaard met stuurs gedrag. Maar na een half uurtje of zo beginnen ze te ontdooien en na een dag kan je de hele avond met ze gaan zuipen en wordt de ene toast na de andere uitgebracht. Dit lab is echt helemaal spic and span, prachtige lichte tegels, alles het nieuwste van het nieuwste, ik zou onze afdeling zo voor dit lab inruilen. Het hoofd heeft maar 3 kwartier tijd, dus staan we om kwart over 4 weer buiten. Het kost ons vervolgens bijna 2 uur (!) om van de ene kant van de Fontanka naar de andere kant te komen. Het verkeer is hier echt volkomen hopeloos, ik wil nog een keer terugkomen als verkeersconsultant om dan een hele ris verkeersmaatregelen in te voeren, te beginnen met enorme parkeerautomaten.
Van 6 tot 7 staan we bij de borrel van de workshop. We worden voorgesteld aan de hoofden van de (medische diensten van de) gevangenissen, waarbij we een hoeveelheid veren in de bips gestoken krijgen die het moeilijk maken om te lopen. Mooi Om half 8 hebben we in het hotel afgesproken met B. en C. en deze keer zijn ze er wel. We gaan bij Congo eten en hebben een erg gezellige avond. Ze wonen al een paar jaar in St. Petersburg, zij is gids/ onderwijzeres/ toerismedeskundige/ evenementenorganisatrice, hij journalist. Ze zijn nu begonnen met het opzetten van een gids Saint Petersburg in your pocket, waarvoor ze de rechten voor heel Rusland verkregen hebben. Het is een klein boekje dat 1x per maand in tal van Oost-Europese steden verschijnt. Uiteindelijk lig ik om over half 12 in bed, tijd voor een korte nachtrust.
Om half 7 gaat de wekker en kruip ik met slaperig hoofd achter de computer. Ik verander hier en daar nog wat en maak verslagen van de meetings van eergisteren en gisteren. Om 8 uur ga ik douchen en ontbijten en dan weer door. Om even negenen komt S. met het ontwerprapport, waar ik alle bijlagen etc in kan monteren. Dat houdt me ook weer lekker van de straat. Om 11 uur kwak ik al mijn vuile goed in mijn koffer en om half 12 check ik uit en laat mijn bagage achter in de opslagruimte van het hotel.
Buiten is het vreselijk aan het dooien en overal hangen de ijspegels griezelig van de daken naar beneden. Her en der staan ook hekjes op straat om mensen op afstand te houden. Tijd om weg te gaan Op kantoor aangekomen ga ik mijn dagboek bij zitten werken en wat lezen. De workshop is in volle gang en eigenlijk hebben we de teamleider nodig voor de debriefing, maar die zit vast. Uiteindelijk krijgen we hem om half 2 te pakken en schuiven we hem alle documenten in zijn mik. Ze hebben voor ons, net als voor alle deelnemers aan de workshop, een maaltijd besteld, maar die komt pas als wij op het punt staan weg te gaan. De aardappeltjes, schnitzel en salade verorberen we dus maar in de auto.
We halen de koffers op in het hotel, waar de laatste sneeuw wordt afgevoerd op een vrachtwagen. Dan rijden we in een pittig tempo (stad uit gaat wel, stad in staat het verkeer permanent vast) naar de luchthaven. Inchecken, rustig wat drinken, de 4 (!) tax free winkels allemaal bekijken en dan wachten op ons vliegtuig. Dat is ruim een half uur te laat doordat het op Schiphol ongelofelijk mistig was, maar men weet de kist vrij snel weer op orde te krijgen en om half 6 (een half uur te laat) stijgen we, na het bespuiten van de vleugels om de ijsvorming te verwijderen, op over een uitermate hobbelige startbaan. De vlucht duurt nog geen 3 uur, maar het lijkt wel een eeuwigheid: een echt lange vlucht stel je je geestelijk op in, dat had ik nu niet gedaan en dat is te merken. Om half 7 landen we inderdaad in de grondmist- bij gate D57, zo ongeveer de verste gate op Schiphol. Er staat maar 1 persoon voor me bij de paspoortcontrole en de koffer komt al na 2 minuten. Afscheid nemen van S., de taxi in en via de file om half 8 thuis.
Het Kremlin is het oude fort van Pskov.
Voor reacties (anti-spam: verwijder XX uit adres)